Frans toneelschrijver (Toulouse 1656-11 Mei 1723), door zijn familie naar Parijs gezonden, kwam daar in aanraking met Racine, die hem raad gaf bij zijn schrijven voor het toneel. Zijn eerste stuk Virginie (1683) deed het stuk van Pradon, Téléphonte, mislukken.
In zijn treurspelen volgt hij Racine zo getrouw mogelijk (Le singe de Racine: de aap, nl. naäper van Racine heeft men hem genoemd), maar de psychologische diepte van deze bereikt hij nergens en zijn liefde wordt meer galanterie. Dat zijn stukken, en vooral Andronic (1685) veel succes hadden, kwam voor een deel door de uitstekende acteur Baron. Andere treurspelen: Arminius, Alcibiade (1685), Phocion, Juba, Tiridate. Hij schreef verder ook de tekst voor een paar opera’s: Acis et Galatée (1686), Achille, Alcide en een blijspel waarin hij op het voetspoor van Molière een karakter tracht te tekenen en dat ook als handeling goed geschreven is: Le Jaloux désabusé (1701). In 1701 werd hij lid van de Académie française.DR G. G. ELLERBROEK
Bibl.: Tragédies (1690, zonder Tiridate, 7de dr. in 1707); nieuwe uitg. in 1750 in 3 dln; Œuvres choisies (1812).
Lit.: V. Fournel, Contemporains et successeurs de Racine; les poètes tragiques décriés Leclerc, l’abbé Boyer, Pradon, Campistron, in: Revue d’Hist. Litt. de la France (1894) ; C. Hausding, Jean Galbert de C. in seiner Bedeutung als Dramatiker für das Theater Frankreichs und des Auslandes (Leipzig 1903).