Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Jean FROISSART

betekenis & definitie

Henegouws kroniekschrijver (Valenciennes ca 1337 - ? ca 1405), beschreef de Westeuropese geschiedenis van zijn tijd (1327-1400) op grond van eigen aanschouwing en van de berichten van ooggetuigen. In de vorstelijke en adellijke kringen waar hij verkeerde verzamelde hij uit de eerste hand materiaal voor zijn geschiedwerk.

Ook op zijn vele reizen gaf hij zijn ogen en oren goed de kost en interviewde hij een ieder die hem inlichtingen kon verschaffen. Zo is zijn levenswerk, de Chroniques, een van de voornaamste (en aantrekkelijkste) bronnen voor de geschiedenis van de 14de eeuw en van de Honderdjarige Oorlog geworden, ondanks een gebrekkige chronologie en ondanks een zeker gemis aan critiek. Froissart, voortreffelijk waarnemer en verteller, schreef voor edelen en deelde hun opvattingen. Hij is ongeëvenaard als uitbeelder van het ridderlijke leven in zijn schone schijn en harde werkelijkheid, maar hij had weinig oog voor wat er in de massa van het volk omging.

De diepere zin van de gebeurtenissen is hem ontgaan, al wilde hij dan niet slechts een kroniek van feitelijkheden geven, maar als een werkelijke historieschrijver ook de oorzaken belichten.Froissart, die de lagere geestelijke wijdingen had ontvangen, kwam in 1361 aan het Engelse hof, in dienst van Philippa van Henegouwen, gemalin van koning Edward III. In de volgende jaren reisde hij veel, bezocht Schotland en Frankrijk. Van 13661367 was hij bij de Zwarte Prins in de omgeving van Bordeaux; in 1368 vergezelde hij diens broeder Lionel van Clarence naar Italië. Na de dood van koningin Philippa vestigde hij zich weer te Valenciennes.

Ook nu werd in zijn levensonderhoud voorzien door hoge beschermers: Philips van Namen en hertog Wenceslaus van Brabant, die hem in 1373 het pastoraat van Lestinnes bij Binche schonk. In dat jaar voltooide Froissart het eerste boek van zijn kroniek (tot 1360 is hierin veel ontleend aan het werk van de Luikse geschiedschrijver Jean le Bel), waarvan hij na 1376 een nieuwe redactie gaf, ditmaal van een meer Frans standpunt, om te voldoen aan de wensen van een nieuwe maecenas, Guy van Chatillon, later graaf van Blois. Aan deze dankte hij een canonicaat in de kerk van Chimay en hij vertoefde meermalen op de goederen die de graaf in Holland en Zeeland bezat. Ook genoot hij de gunst van zijn landsheer, Albrecht van Beieren, en van diens zoon Willem van Oostervant.

Grote reizen ondernam hij weer in 1388-1389, naar het hof van Gaston Phébus, graaf van Foix, en in 1394 naar Engeland. Boek II van de Chroniques werd voltooid in 1387, boek III in 1388 of in 1390, boek IV ca 1400. In het tweede boek zijn gedeelten ingelast van een afzonderlijke kroniek over de voorvallen in Vlaanderen van 1381-1386, die in 1425 door de Hollander Geryt Potter van der Loo werd vertaald (Cronyke van Vlaenderen). Een haast even grote mate van populariteit als Froissart’s eigen tekst (wel is waar doorgaans slechts uit bloemlezingen bekend) op het vasteland heeft genoten, is ten deel gevallen aan de Engelse bewerking der Chroniques door John Bourchier Lord Berners (1523-1525). Behalve het uitgebreide historiewerk zijn van Froissart bewaard ca 30 000 verzen van een wijdlopige ridderroman, Méliador, en kleinere gedichten, die gezamenlijk ongeveer gelijke omvang hebben.

DR A. G. JONGKEES

Bibl.: De beste uitgave der Chroniques, onder auspiciën van de Soc. de l’hist. de France ondernomen door S. Luce (dln I—VIII, Paris 1869-1888) en voortgezet door G. Raynaud (dln IX-XI, 1894-1899) en door L. Mirot (dl XII, 1931), loopt nog slechts tot 1388.

Volledige editie door J. B. M. C. bn Kervyn de Lettenhove (26 dln, Bruxelles 1867-1877).

De Cronyke van Vlaenderen is voor de Kon. Vlaamsche Acad. uitgegeven door N. de Pauw (4 dln, Gent 1898-1900). — Méliador, uitg. A. Longnon (3 dln, Paris 1895-1899); Poésies de Fr., uitg.

A. Scheler (3 dln, Bruxelles 1870-1872).

Lit.: Kervyn de Lettenhove, Fr., Etude littéraire sur le XlVe siècle (2 dln, Bruxelles 1857-1858); M. Darmesteter, Fr. (Paris 1894); F. S. Shears, Fr., chronicler and poet (London 1930); G.

G. Goulton, The chronicler of European chivalry (London 1930); J. Bastin, J. Fr., chroniqueur, romancier et poète (Bruxelles 1942); M.

Wilmotte, Fr. (Bruxelles 1942). Voorts de inleidingen bij de uitgaven.

< >