Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HONDERDJARIGE OORLOG

betekenis & definitie

is de traditionele benaming van het grote Engels-Franse conflict dat de Westeuropese geschiedenis van de 14de en 15de eeuw goeddeels heeft beheerst. De oorlog (of reeks van oorlogen) is officieel aangevangen in 1337 en feitelijk geëindigd in 1453.

Hij heeft dus in werkelijkheid langer dan een eeuw geduurd, of wel, wanneer de onderbrekingen (o.a. 1347-1356, 1360-1369, 1396-1415, 1444-1449) in mindering worden gebracht, aanmerkelijk korter. Men kan de opvatting verdedigen, dat hij reeds begonnen is in 1154, toen de Plantagenets hun Westfranse landen met Engeland verenigden, zo niet reeds in 1066.OORZAKEN EN AANLEIDING

Inderdaad is de „Honderdjarige” oorlog in zeker opzicht een voortzetting van de vroegere grote worsteling tussen de koningen van Engeland en Frankrijk, die voortkwam uit de omstandigheid dat de eersten voor een deel, of voor het merendeel, hunner landen de vazallen waren van de laatsten en aanvankelijk veel meer macht bezaten dan hun leenheren. Deze strijd was geëindigd met het verlies van de meeste Franse bezittingen der Plantagenets, wier macht, van overwegend continentaal en Frans, in de 13de eeuw in hoofdzaak insulair en Engels was geworden. Bij het verdrag van Parijs (1259) hadden zij slechts het hertogdom Guyenne als leen der Franse kroon behouden (waarbij later nog Ponthieu kwam). Voortdurende wrijvingen en gewapende conflicten waartoe dit Franse leen aanleiding bleef geven, vormden de voornaamste oorzaak van de nieuwe krijg. Andere oorzaken zijn te zien in de inmenging van Philips de Schone en diens opvolgers in de aangelegenheden van Vlaanderen, dat meer nog dan Guyenne (wijnhandel) voor Engeland van economisch belang was (wolhandel), in hun verbond met Schotland en in diverse bijkomstige punten van geschil. Het motief werd geleverd door de aanspraken van Edward III op de Franse troon, waarop hij na het uitsterven van de hoofdtak der Capetingers in 1328 meer recht meende te kunnen laten gelden dan Philips van Valois (z stamboom Capetingers).

Eerzucht van Edward III, gesteund door zijn Parlement, en veroverings- en buitlust van het Engelse volk zullen als factoren hebben meegeteld. De onmiddellijke aanleiding tot de strijd was de confiscatie van Guyenne door Philips van Valois (24 Mei 1337), gevolgd door de opzegging der leensverhouding door Edward III, die in 1340 de Franse koningstitel aannam.

KARAKTER

De Honderdjarige Oorlog is meer dan alleen een feodale en dynastieke strijd tussen de huizen Plantagenet (-Lancaster) en Valois. In tegenstelling tot de vroegere oorlogen is deze meer geworden een uiting van Engels nationaal bewustzijn, dat er nog door werd versterkt. Hieraan kwam een Frans patriotisme te beantwoorden, dat zijn hoogste belichaming heeft gevonden in Jeanne d’Arc. Dit nationale karakter kenmerkt vooral de tweede helft van de oorlog (na 1415), wanneer de kroon van Frankrijk meer dan tevoren inzet van de strijd is geworden. Het is deels een gevolg, deels een verklaring van de hardnekkigheid, waarmee de telkens weer oplaaiende krijg is gevoerd. Wel is waar streden ook nu vele Fransen als vazallen (de Gascogners in de eerste plaats) of bondgenoten aan Engelse zijde.

De verschillende maatschappelijke en politieke structuur van de twee koninkrijken werd in beider legers weerspiegeld. Voor een overzicht van de voornaamste phasen van de wisselvallige strijd, waarbij door bondgenootschappen ook andere Europese vorsten (inz. in de Nederlanden en in Spanje) betrokken werden, en van zijn sociale repercussies, z Frankrijk, geschiedenis tot 1914, en Engeland.

EINDE

Op 19 Oct. 1453 was met de capitulatie van Bordeaux de oorlog in feite geëindigd. Van de Engelse heerschappij in Frankrijk, die zich in 1360 had uitgestrekt over het gehele Z.-W., in 1430 over het gebied ten N. van de Loire benevens over Guyenne, was niets overgebleven behalve het bezit van Calais. Vrede kwam echter niet tot stand en Engeland bleef voor Frankrijk een gevaarlijke buur, wiens bedreiging in 1475 door Lodewijk XI moest worden afgekocht bij het verdrag van Picquigny en in 1492 door Karel VIII bij het verdrag van Etaples. Eerst de vrede van Cateau-Cambrésis (1559), die ook Calais aan Frankrijk bracht, betekende een officieel eindpunt. De Engels-Franse tegenstelling, die tot de Entente cordiale van 1904 heeft voortbestaan, is van andere aard dan die van de Middeleeuwen, al liet eerst in 1801 George III de titel „koning van Frankrijk” varen. Thans is alleen nog het Engelse bezit der Normandische Kanaal-eilanden een herinnering aan de Honderdjarige oorlog.

GEVOLGEN

De strijd, die aan beide zijden grote offers heeft geëist, en die ontzaglijke verwoesting en ellende over Frankrijk heeft gebracht, is als „doel- en nutteloos” gekenschetst. Niettemin zijn enkele belangrijke gevolgen aan te wijzen. In beide landen heeft de oorlog de Middeleeuwse samenleving ontwricht en sociale verschuivingen met zich gebracht. Met name is, vooral in Frankrijk, de economische positie van de adel als grondbezittende klasse ondermijnd. In Frankrijk met Karel VII en Lodewijk XI, in Engeland, na de Rozenoorlogen (1455-1485), met de Tudors, zijn het koningschap en de staatseenheid versterkt, gedragen door een krachtig nationaal zelfbewustzijn, dat in Engeland geleid heeft tot de volledige emancipatie van het Engels als voertaal. De verzwakking of de gebondenheid van de twee koninkrijken heeft de machtsontplooiing van het Bourgondische huis begunstigd, zo niet mogelijk gemaakt, en heeft ten slotte ertoe bijgedragen een doeltreffende actie van de Westerse Christenheid tegen de opmars der Turken te verhinderen.

DR A. G. JONGKEES

Lit.: E. Perroy, La Guerre de Cent Ans (Paris 1946). Hier op blz. 313-317 een beredeneerd overzicht van de voornaamste recente lit. van Fr. en Eng. zijde. Sindsdien verschenen o.a.: F. Lot, L’art militaire et les armées au Moyen-Age (2 dln, Paris 1946) en R. Boutruche, La crise d’une société.

Seigneurs et paysans du Bordelais pendant la Guerre de Cent Ans (Paris 1947). Zie voor de Nederlanden in het Eng.-Franse conflict: H. S. Lucas, The Low Countries and the Hundred Years* War, 1326-1347 (Ann Arbor 1929) en F. Quicke, Les Pays-Bas à la veille de la période bourguignonne, 1356-1384 (Bruxelles 1947), benevens H. Pirenne, Hist. de Belgique dl II en de Lit. onder Bourgondische huis (1ste en 2de alinea).

< >