Frans miniatuurschilder, tekenaar en lithograaf (Nancy 11 Apr. 1767 - Parijs 18 Apr. 1855), leerling, te Nancy, van Girardet en van Claudot en, te Parijs, van de miniaturist Dumont, dan van J. L.
David, portretteerde een aantal leden van de Assemblée constituante en was reeds onder het Directoire de meest gezochte miniatuurschilder. Hij schilderde het prachtige Portrait du général Bonaparte dans les jardins de la Malmaison, vervolgens Revue passie par le Premier Consul. Napoleon benoemde hem tot hofschilder. Hij was ook met de leiding van het porseleinschilderatelier van de Manufacture de Sèvres belast en gaf tekenles aan Marie-Louise. Deze zond hem in 1811 naar Wenen, om de portretten van haar familieleden te schilderen. Hij maakte er de beroemde gedoezelde zwartkrijttekening Le Congrès de Vienne (1815). Ook na de Restauratie handhaafde hij zich.
Lodewijk Philips benoemde hem tot toegevoegd conservator van de koninklijke musea. President Lodewijk Bonaparte kende hem een ruim pensioen toe. Beroemd zijn nog zijn 32 tekeningen van Le Sacre de Napoléon (1804), de aquarel op ivoor l’Escalier du Louvre (1817) en het, Napoleon te midden van zijn generaals voorstellende, verfijnde schilderwerk op Sèvres-porselein La Table des Maréchaux. Zijn vermogen met lichte hand te karakteriseren en zijn luchtige schildering maakten hem tot een schilder bij uitstek van het vrouwenportret.Lit.: Mme de Basily-Callimatei, J. B. I., sa vie et son temps (Paris 1909).