Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DIRECTOIRE

betekenis & definitie

of directorium (directie, bewind) is de naam van het Uitvoerend Bewind van de Eerste Franse Republiek, ingesteld volgens de Constitutie van 23 Sept. 1795 (1 Vendémiaire van het jaar III), dat bestaan heeft tot Bonaparte’s staatsgreep van 9 Nov. 1799 (18 Brumaire van het jaar VII). Het bestond uit 5 leden, die gekozen werden door de Raad der Ouden uit een voordracht opgemaakt door de Raad van Vijfhonderd.

Het benoemde de ministers, die geen verantwoording schuldig waren aan de beide Raden. Daar het Directoire echter generlei invloed uitoefende op de wetgevende macht, terwijl omgekeerd de Kamers slechts het recht bezaten om jaarlijks ⅕ van het Directoire te vernieuwen, bestond er veel te weinig samenhang tussen de verschillende staatsmachten. Daardoor, alsmede door de voortdurende oorlogstoestand en de misère op financieel gebied, was de tijd van het Directoire een periode, die slecht bevredigde.Men onderscheidt het Eerste Directoire (tot de staatsgreep van Fructidor V, Sept. 1797), waarin de gematigden het heft in handen hadden — markante leden waren Rewbell en Carnot — en het Tweede Directoire, dat iets meer links georiënteerd was; behalve de reeds genoemde Rewbell waren Merlin (de Douay) en François de Neufchateau bekende leden. Na de parlementaire nederlaag van Juni 1799 (Prairéal VII) begon het overwicht van de hoge militairen over het Directoire reeds voelbaar te worden: Reubell trad af en werd vervangen door Siéyès. Barras zat van 1795-1799 onafgebroken in het Directoire, maar oefende weinig invloed uit.

DR J. S. BARTSTRA

Lit.: Sciout, Le D. 4 dln (1895-’07); G. Deville, Le Direct. 2 dln, Ned. vert. 1907; R. Guyot, Le D. et la Paix de l’Europe (1911); A. Meynier, Les coups d’Etat du D. (1928); J. S. Bartstra, Nieuwe inzichten in de Gesch. v. h. Directoire-tijdperk (Tijdschr. voor Gesch. 1941); G. Lefebvre, Le D. (1946).

In de kunstgeschiedenis is Directoire (Frans: Style Directoire, ook wel Style Messidor genaamd) de benaming voor de kunst in Frankrijk gedurende het Directoire. De Directoire komt vooral in de ornamentiek en haar toepassing in de kunstnijverheid tot uitdrukking. De motievenschat sluit aan bij die van de stijl Louis XVI, d.w.z. is grotendeels ontleend aan de Romeinse kunst, zoals men die in Pompeji en Herculanum had leren kennen. Het répertoire van siervormen wordt o.m. onder invloed van de tocht van Napoleon naar Egypte uitgebreid met pyramiden, obelisken en sfinxen. Deze Egyptische motieven waren voordien reeds enigermate bekend en o.m. verbreid door prenten van Giovanni Battista Piranesi (1720-1778), met name diens ontwerpen voor schoorstenen van 1769. In de meubelkunst overheerst de rechte lijn; karakteristiek is het in de vorm van een voluut naar achteren gerolde uiteinde aan de leuningen der stoelen. Kenmerkend is voorts de voorliefde voor zeer vlak gehouden reliëfs, die overal als versiering optreden. De Style Directoire vormt de niet scherp te omlijnen overgang tussen de Style Louis XVI en het Empire, met dien verstande, dat hij dichter de laatstgenoemde stijl nadert dan de eerste. Hij omvat het gehele laatste decennium der 18de eeuw en heeft vooral ook in de klederdracht wijzigingen van betekenis gebracht, gelijk o.m. de costuumprenten duidelijk aantonen. Talrijke caricaturen uit die tijd, o.a. door Carie Vernet, hekelen het hooggetailleerde costuum der Merveilleuses met de lange wijde rokken en dat der fatterige Incroyables. Het neo-klassieke karakter van de Style Directoire vindt men overal terug, zowel bij het meubilair, waarbij de naam van Georges Jacob (1739-1814) te noemen valt, bij klokken en al dergelijke voorwerpen, als bij de bouwkunst. Op dit laatste gebied zijn François Joseph Bélanger (1744-1818), wiens hoofdwerk het Château de Bagatelle reeds in 1777 ontstond, en Claude Nicolas Ledoux (1736-1806), laatstgenoemde ook als theoreticus van groot belang, toonaangevend. Het oude Hôtel d’Estrade te Versailles biedt een goed voorbeeld van de inwendige versiering van een bouwwerk gedurende het Directoire. De zgn. Adamstyle in Engeland correspondeert in grote trekken met de iets latere Style Directoire in Frankrijk.

Lit.: H. Martin, Le Style Empire, le Style Directoire (Paris 1925); G. Janneau, Le Style Directoire (Paris 1938); P. Francastel, Le Style Empire du Directoire à la Restauration (Paris 1939).

< >