(Roemeens: lasi, spr. Jasj), stad in Roemenië met (1945) 109000 inw., onder wie vele Joden, was vroeger de hoofdstad van het vorstendom Moldavië en ligt op de linkeroever van de Bahloe.
De fraai tussen wijngaarden gelegen stad is de zetel van een Grieks-Katholieke metropolitaan (Nationale Orthodoxe Kerk van Roemenië) en van een R.K. bisschop. Er zijn tientallen Grieks-Orthodoxe kerken, w.o. de kathedraal, de oude kerk (ca 1500), de Byzantijnse kerk der Drie Heiligen (1640) en de Nicolaaskerk, voorts een groot aantal synagogen, een R.K., Evangelische en andere kerken. De stad bezit een universiteit, theologisch seminarium, conservatorium, enz. Jassy is een belangrijk handelscentrum, terwijl ook de industrie van betekenis is.De stad wordt reeds in de 14de eeuw genoemd en in 1565 door Alexander Lapoesja (Lapujneanu) tot residentie der Moldavische vorsten verheven. Zij was toen reeds een cultureel centrum. Op 9 Jan. 1792 werd er de vrede gesloten tussen Catharina de Grote en Turkije, en tijdens de oorlog, die met de vrede van Boekarest een einde nam, bleef Jassy geruime tijd in handen der Russen. Gedurende de oorlogen tegen de Turken in de 19de eeuw bleef de stad in Russisch en in 1854 in Oostenrijks bezit. In Wereldoorlog I werd de zetel der regering van Roemenië na de val van Boekarest hierheen verplaatst. In Wereldoorlog II werd de stad, na de Duitse bezetting in 1941, op 25 Aug. 1944 door de Russen veroverd.