aggregaat van fijnkorrelige kwarts, dus een monomineraal gesteente, dat zeer sterk verontreinigd is door allerlei bijmengsels; soms is de structuur vezelig. Hij is steeds ondoorschijnend en sterk gekleurd, gewoonlijk geel, bruin of rood, soms groen, zelden blauw of zwart.
De kleur is in hoofdzaak afkomstig van bijgemengd ijzer; voorts ook van mangaanoxyde. Gestreepte jaspis wordt bandjaspis genoemd. Tussen jaspis en hoornsteen is geen scherpe grens te trekken, evenmin tussen jaspis en calcedon. Groene jaspis wordt door de Chinezen tot de steen yü gerekend (z jade). Jaspis wordt in alle werelddelen gevonden, hetzij laagvormig tussen andere gesteenten of in onregelmatige knollen of als afzetting in spleten.
