bij de Russen: Iwan Alexandrowitsj, Slavisch taalgeleerde (Radzymin 13 Mrt 1845 - Warschau 3 Nov. 1929), van Franse afkomst, werd in 1870 privaat-docent in de vergelijkende taalwetenschap te Petersburg, in 1874 hoogleraar te Kazan, in 1883 hoogleraar in de vergelijkende taalkunde der Slavische talen te Dorpat, in 1894 te Krakau, in 1901 hoogleraar in de vergelijkende taalwetenschap te Petersburg, in 1919 te Warschau. Hij heeft zich voor de studie der Slavische talen verdienstelijk gemaakt door het onderzoek van het Oudpools en de nauwkeurige studie van de Sloweense en Italiaans-Slavische dialecten, waarover hij verschillende verhandelingen heeft geschreven.
Verder schreef hij over fonetiek en taalpsychologieDe voor het Oud-Kerk-Slavisch geldende klankwet, dat onder zekere voorwaarden oorspronkelijk k eng door een voorafgaande palatale vocaal werden gepalataliseerd tot tsj en dzj, heet naar hem: wet van Baudouinde Courtenay. DRB. VAN DEN BERG
Bibl.: O drevnepolskom jazyke (Leipzig 1870); Versuch einrr Theorie phonetischer Altemationen (Strassburg 1895). Bewerking van Vlad. Dahl’s woordenboek der levende Grootrussische talen (4 dln, Leningrad 1903-1909).