Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

Jan EIGENHUIS

betekenis & definitie

Nederlands schrijver (Aalsmeer 26 Mei 1866). Het werk van deze onderwijsman, dat een sterk regionaal karakter vertoont, geeft gestalte aan het leven van de mensen uit zijn geboorteplaats en haar onmiddellijke omgeving (de Haarlemmermeer), het stille „Waterkerk” van zijn geschriften.

Zijn historische roman De schout van Amsterdam (1918) kan men niet anders dan als een halfslachtig, enigszins melodramatisch geschrift beschouwen en, wat het werk van zijn latere periode betreft, dit bevat elementen, die aan zijn betekenis als realist stellig afbreuk doen.Bibl.: behalve de genoemde werken o.a.: Uit Waterkerk (1899); De jonge dominee (1901); Beproefden (1902); Stoere werkers (1903); De waterwolf (1904); Ergernissen (1905); Evenwicht (1919); De ruige hoeve (1910); De horizon blinkt (1923); De Dijk (1924); Albert Schweitzer (1929).

< >