(gest. Leeuwarden 27 Oct. 1580) was in 1560 grietman van West-Dongeradeel en begunstigde er de Hervorming.
Hij was een der ondertekenaars van het Verdrag van 25 Aug. 1566 en wij vinden zijn naam als balling in twee plakkaten. In 1567 liet hij zijn betrekking varen en trad in de krijgsdienst, streed bij Heiligerlee en redde bij Jemmingen zijn leven door over de Eems te zwemmen. Daarna, woonachtig te Emden, deed hij als Watergeus verscheiden plundertochten in Friesland. Een aanslag op Dokkum mislukte (1572) en hij moest naar Enkhuizen de wijk nemen, van waar hij naar Sneek trok en deze stad bezette; hij veroverde op 24 Aug. Bolsward, waarna de eerste Hervormde predikatie gehouden werd, bereikte 28 Aug. Dokkum, dat reeds voor Oranje gewonnen was en dreef de aftrekkende troepen van Robles op de vlucht.
Op het eind van 1572 moesten de Prinsgezinden hun stellingen in Friesland opgeven en hij verdween voor jaren uit het oog. Bij het beleg van Deventer in 1578 Was hij weer in het leger der Staatsen, in 1579 hield hij op bevel van Rennenberg Bolsward bezet en bleef getrouw aan de Staten, toen laatstgenoemde afvallig werd. Hij bleef in het leger dienen en werd bij de bestorming van een schans bij Delfzijl zwaar gewond, zodat hij spoedig daarna overleed.Lit.: Andreae, Friesche Watergeuzen (Vrije Fries, 3de reeks IV, V en IX); A. Franz, Ostfriesland u. die Niederl. (1895).