rederijker (Sandwich, Engeland, ca 1560-Leiden 6 Febr. 1631), was de oudste zoon van Hermes Celosse, afkomstig uit Ronse (België). Na 1590, maar vóór 1601 vestigde Celosse zich in Leiden, waar hij 6 Febr. 1631 overleed.
Zijn kenspreuk was ,,Ick wensche om ’t beste”.In Leiden was hij lid en later factor van de Vlaamse kamer D'oraigne-lelie met het devies In liefde groeiende. Als liefhebber der edele conste van rhetorike legde hij vooral nó 1610 een buitengewone activiteit aan de dag. Vóórdien had hij enkele traditionele Nieuwjaarsliederen voor de eigen kamer en een aantal bijdragen in de Nederduytsche Helicon geschreven en nog meegedaan aan de Haarlemse liefdadigheidswedstrijd van 1606. De waardering der tijdgenoten blijkt uit de door hem behaalde prijzen. Naar onze aesthetische maatstaf zijn de refreinen het best geslaagd.
Zijn spelen zijn slechts leerzaam voor de kennis van de dramatiek der Noordnederlandse rederijkers uit de tijd van Maurits. Tegen de kerkelijke overheden bepleit Celosse het bestaansrecht van een gecastigeerd, van alle aanstotelijkheden gezuiverd, Christelijk toneel.
DR J. J. MAK
Lit.: J. J. Mak, J. C., factor van de Vlaamse kamer In Liefde groeiende te Leiden, in Jaarb. van De Fonteijne (1946/47), blz. 67 vlg.
