Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Inkt

betekenis & definitie

is de zwarte of gekleurde oplossing of suspensie, die voor het schrijven, drukken, stemden, enz. wordt gebruikt. Reeds eeuwen voor het begin van onze jaartelling was inkt bekend en werd hij in China en Egypte toegepast, hetgeen o.a. uit Egyptische papyri van 2000 jaar v.

Chr. blijkt. De samenstelling van deze inkten komt die van de Oostindische inkt met koolstof als pigment het meest nabij. Lang vóór het ontstaan van die Oudegyptische papyri werd de inkt op aardewerk aangebracht, dat daarna werd gebakken. Dit aardewerk droeg later de Griekse naam „enkauston”, dat ingebrand betekent. Hieruit is het Oudfrans „enque” ontstaan, dat de zwarte vloeistof, die de inktvis kan uitspuiten, aanduidt, waarmede ten slotte het Middelnederlandse woord „inkt” verband houdt (vgl. ook modern Ital.: inchiostro, inkt).Gekleurde inkten waren reeds aan de Grieken en Romeinen bekend, o.a. een purperen inkt, uit de purperslak bereid, waarmee volgens de wet van Leo (470) alleen de keizer zijn documenten mocht tekenen. Een andere rode inkt was de rubrica, die voor opschriften werd gebruikt, en in ons woord „rubriek” voortleeft. Ook het drakenbloed is een bekende rode kleurstof. Goud- en zilverinkt waren reeds aan de Ouden bekend.

Veel gebruikte inktsoorten zijn:

1. Koolstofhoudende inkt: de Oostindische inkt die, behalve in Egypte, in China reeds voor onze jaartelling oorspronkelijk alleen in vloeibare toestand in gebruik was als inkt, maar later ook, in vaste vorm, als schrijfstift. In vele Aziatische landen is deze inkt nooit door de ijzergalnoteninkt verdrongen. In Europa en Amerika wordt de O.-I.inkt vooral als watervaste zwarte tekeninkt gebruikt.
2. Ijzergalnoteninkt, die algemeen als schrijf- en vulpeninkt wordt toegepast. Grondstoffen voor deze inkt zijn galnoten en bepaalde ijzerzouten. De galnoten, Aleppo-gallen of Chinese gallen, bevatten wisselende hoeveelheden, soms 70 tot 75 pct, tannine, die daaruit met heet water of andere oplosmiddelen wordt uitgetrokken. Door gisting van de waterige tannine-oplossing ontstaat bovendien galluszuur, dat de inkt een diepzwarte kleur verleent. Lost men deze grondstoffen (als ijzerzouten neemt men dan ferro-zouten) in water op, dan ontstaat een aanvankelijk kleurloze inkt, waarin na enige tijd door oxydatie met de zuurstof uit de lucht een blauw-zwart neerslag ontstaat, dat door toevoeging van gom in suspensie wordt gehouden. Eerst na het schrijven verkrijgt het grootste deel van de inkt zijn definitieve blauw-zwarte kleur in het papier, terwijl het vóór het schrijven gevormde neerslag op de oppervlakte van het papier door de gom blijft vastgeplakt en dus afwasbaar is. In 1856 bracht Leonhardi hierin verbetering door aan de inkt een hoeveelheid zuur toe te voegen dat de oxydatie door de zuurstof uit de lucht voorkomt, de inkt dus kleurloos houdt, en tevens een blauwe kleurstof, waardoor zij toch direct leesbaar wordt. De overgang in onoplosbare inkt verloopt nu geheel in het papier, hetgeen de inkt na verloop van tijd wasecht maakt. Ook het asgehalte van het papier en speciaal de verandering in de pH, die daardoor wordt teweeggebracht, schijnen een rol te kunnen spelen. Documenteninkt is een ijzergalnoteninkt met een verhoogd gehalte aan vaste stof.
3. Campêchehout-inkt bestaat uit een aftreksel van campêchehout, dat haematoxyline bevat en kaliumchromaat, waardoor dit wordt omgezet in haemateïne, zodat een diepzwarte vloeistof wordt verkregen, die onmiddellijk voor gebruik gereed maar betrekkelijk weinig bestendig is.
4. Gekleurde inkten zijn oplossingen van kleurstoffen van meer of minder grote kleurkracht en lichtechtheid. Het grote aantal bekende kleurstoffen, o.a. de anilinekleurstoffen, maakt het samenstellen van een zeer uitgebreid assortiment gekleurde inkten mogelijk. Alkalische, gekleurde inkt droogt sneller op dan ijzergalnoteninkt. Copieerinkt is een gekleurde inkt, die zoveel kleurkracht bezit, dat van het schrift een tiental afdrukken kan worden gemaakt. Hectografeerinkt kan van het origineel op een speciale hectografeermassa worden overgebracht, waarvan nu verder een honderdtal afdrukken kan worden gemaakt.
5. Stempelinkt voor rubberstempels is een oplossing van kleurstoffen in glycerine; stempelinkt voor metalen stempels is samengesteld uit pigmenten en een mengsel van niet-drogende oliën en oliezuur.
6. Merkinkt dient om textielgoederen met een wasechte inkt te beschrijven. Een zwarte inkt wordt verkregen door een mengsel van een koperzoutoplossing en zoutzure aniline op de vezel te laten inwerken; na enige tijd moet het vrijkomende zoutzuur, dat de vezel aantast, worden uitgewassen. Andere merkinkten bestaan veelal uit kleurstoffen of pigmenten, die in een vluchtige vloeistof worden opgelost of gesuspendeerd en na het verdampen van die vloeistof op de vezel achterblijven.
7. Cyclostyle-inkt of duplicatorinkt komt voor in twee soorten: a. een dikke, pasteuze inkt, die bestaat uit gasroet, met een pasteuze massa aangemaakt, en b. een dunvloeibare inkt die, behalve gasroet, dunvloeibare oliën bevat.
8. Drukinkt bestaat uit een pigment (voor zwarte drukinkt: roet) en een dikke olie, zgn. standolie. Indien een sneldrogende inkt wordt verlangd, bijv. voor couranten, wordt een siccatief toegevoegd. Ook synthetische harsen of gemodificeerde natuurharsen worden in plaats van standolie toegepast.
9. Lithografische inkt bevat geen drogende bestanddelen maar, behalve pigmenten, wasachtige stoffen.
10. Sympathetische of geheime inkten zijn inkten, die eerst na een bepaalde chemische of physische bewerking zichtbaar worden. Vrijwel alle niet of zwakgekleurde lichaamsvloeistoffen, zoals speeksel, verdunde urine, melk, zijn als zodanig te gebruiken en kunnen zichtbaar worden gemaakt op verschillende wijzen, bijv. door het papier met een warm strijkijzer te behandelen of het te belichten, of ook door het met inkt te overgieten en daarna snel met vloeipapier af te drogen; de inkt houdt het langst op die plaatsen, waar het papier reeds nat is geweest. Ook kan het papier beschreven worden met ongekleurde of zwakgekleurde oplossingen van zouten, die met een aan de ingewijde lezer bekend reagens in een gekleurde stof kunnen worden omgezet. Jodium schijnt de meeste geheime inkten zichtbaar te maken, maar ook een lamp, die ultraviolet licht uitstraalt, maakt onzichtbaar schrift gewoonlijk leesbaar.
11. Kogelpeninkt voor „ballpoints” is een vrij pasteuze inkt, die niet langs de punt van de pen op het papier vloeit, maar door een metalen balletje op het papier wordt gewreven.

DR M. C. LEBRET

Lit.: C. Ainsworth Mitchell, Inks: their Composition and Manufacture (4de dr., London 1937); F. W. Hinrichsen, Die Untersuchung von Eisengallustinten (Stuttgart 1909); O. Schluttig, G. S. Neumann, Die Eisengallustinten (Dresden 1890).