(officiële afkorting Ill.) is een der Noordelijke staten in het midden der V.S. en ontleent zijn naam aan de Illini-Indianen, die eertijds dit gebied bewoonden. Zoals de naam van vele andere natuurvolken betekent „Illini” eenvoudig: „mensen”.
De bijnaam van Illinois is „Prairie State”, het staatsmotto is: „State Sovereignty - National Union”, en de symbolische bloem is het bosviooltje. Illinois is gelegen tussen 87° en 91° W.L. en 36° en 420 N.Br., de grootste lengte is 616 km en de grootste breedte 350 km. Illinois grenst in het O. aan het Michiganmeerenaan Indiana, in het Z.O. aan Kentucky, in het Z. aan Kentucky en Missouri, in het W. aan Missouri en Iowa en in het N. aan Wisconsin. Illinois heeft een oppervlakte van 145 189 km2, waarmee het op de 23ste plaats onder de Uniestaten komt, doch wat bevolkingscijfer betreft, komt het op de derde plaats: in 1950 telde Illinois 8712 000 inwoners, waarvan ca 75 pet in plaatsen van 2500 of meer inwoners. Illinois is verdeeld in 102 Counties; de hoofdstad is Springfield in Sangamon County (deze stad telt (1950) 80 830 inw.), maar economisch en cultureel is de millioenenstad Chicago (1950: 3 606440 inw.) natuurlijk van veel groter belang.TOPOGRAFIE
Op het uiterste Z. na behoort geheel Illinois tot het grote prairiegebied van het Midden-Westen; de Zuidpunt behoort in physiografisch opzicht tot de zich N. langs de Mississippi uitstrekkende kustvlakte van de Golf van Mexico. Het grondgebied van Illinois bestaat uit een geweldige vlakte met een lichte helling naar het Z. en Z.W. en gemiddeld ca 180 m boven zeeniveau gelegen. Het hoogste punt is de Charles Mount (370 m) bij de grens met Wisconsin, welke deel uitmaakt van een groep heuvels in het N.W. van de staat. Langs de Wabash en de Mississippi bevinden zich heuvelrijen, de zgn „river bluffs” en in het Z. deel van de staat liggen de Illinois Ozarks, een voortzetting van het verder westelijk gelegen Ozark-gebergte. Het hoogste punt is hier Williams Hill in Pope County (319 m).
Ondanks de lage ligging en de geringe hellingshoek is de afvloeiing vrij bevredigend; er zijn ca 500 rivieren in Illinois welke deels uitkomen in de Mississippi en zijn zijrivier de Illinois, deels in de Wabash welke, uit het N. komend, zich bij de zuidpunt van de staat met de Mississippi verenigt. De Mississippi stroomt langs de gehele oostgrens van Illinois; zijn voornaamste zijrivier is hier de 800 km lange Illinois, welke gevormd wordt door de samenvloeiing van de Des Plaines en de Kankakee in het N.W. van Grundy County. De Illinois stroomt door het N. en W. van de staat; op enige punten, vooral bij Lake Peoria, verbreedt hij zich tot grote, op meren gelijkende watervlakten.
Andere belangrijke zijrivieren van de Mississippi zijn de Kaskaskia in het Z. en de Rock in het N. De Wabash vormt de grens van Illinois met Kentucky en voor een groot deel ook met Indiana. De Chicago River in het N. stroomde oorspronkelijk naar het Michiganmeer, maar door de aanleg van een afwateringskanaal werd deze stroom in 1900 naar de Mississippi geleid.
De bodem van Illinois is zeer vruchtbaar; de oppervlakte bestaat voor het grootste deel uit diluviale afzettingen; op vele plaatsen vindt men aan de oppervlakte donkerkleurig leem en in de ondergrond klei. De heuvels langs de rivieren bevatten veel löss, de bodem is hier geschikt voor de verbouw van groenten en fruit. Ontwatering is van groot belang voor de landbouw.
De natuurlijke vegetatie van Illinois was grotendeels die van de prairie, met hier en daar meren en bossen, welke thans van belang zijn als recreatiegebied. Illinois telt 25 staatsparken; behalve landschapsschoon heeft men hierdoor ook Indiaanse grafheuvels en versterkingen, historische gebouwen enz. voor het nageslacht bewaard.
KLIMAAT
Dit wordt gekenmerkt door grote uitersten van hitte en koude. De gemiddelde temp. te Winnebago (bij de N.-grens) is 47 gr. F., te Springfield 52 gr. en te Cairo aan de Z.-punt 58 gr. De gemiddelde jaarlijkse neerslag is 1093 mm in het Z., 814 mm in het middengedeelte en 863 mm aan de N.-grens. De temperatuurverschillen worden veroorzaakt doordat in de zomer warme winden waaien uit de Golf van Mexico, in de winter vaak ijskoude arctische winden. Tornado’s zijn in Illinois geen onbekend verschijnsel.
MIDDELEN VAN BESTAAN
Illinois is een industriestaat met een eveneens zeer belangrijke landbouw. Men verbouwt in de eerste plaats maïs; verder ook tarwe, haver, gerst, rogge en aardappelen. De omvang der stedelijke bevolking heeft het zuivelbedrijf gestimuleerd. De industrie is hier sinds 1850 sneller gegroeid dan enige industrie elders in de V.S.; dit houdt verband met de ligging bij het belangrijke landbouwgebied van het MiddenWesten en aan het Michiganmeer, dat Illinois met het ertsgebied bij het Bovenmeer verbindt, en met de goede vervoermogelijkheden over de grote meren, de rivieren en over de van O. naar W. lopende spoorlijnen. De voornaamste industrieën zijn: slachterijen, vleesconservenfabrieken en fabrieken van landbouwwerktuigen. Deze laatste nijverheid houdt mede verband met de productie van ijzer en staal en daaruit vervaardigde artikelen. Illinois levert 65 pet van alle in de V.S. gefabriceerde piano’s; ten slotte zijn er nog petroleumraffinaderijen, fabrieken van electrische apparaten, autofabrieken, spoorwegfabrieken en -werkplaatsen, en verzorgende industrieën zoals kledingfabrieken, drukkerijen en uitgeverijen.
Chicago met de er bij behorende industriële voorsteden, Maywood, Harvey, Cicero, Blue Island, Chicago Heights, en, in de staat Indiana, Gary en Hammond, is het grootste industriecentrum van Illinois.
Een ander centrum is ontstaan aan de Mississippi tegenover St Louis; we vinden hier East St Louis, Collinsville, Granite City, en Edwardsville. Het derde industriecentrum wordt gevormd door Moline en Rock Island; hiertoe behoort ook Davenport in Iowa.
DELFSTOFFEN
Bitumineuze steenkool treft men aan in meer dan de helft van Illinois en er liggen ca 17 000 oliebronnen binnen de staatsgrenzen, vooral in het midden en het Z. De voornaamste minerale producten van Illinois zijn steenkool, cokes, bakstenen, tegels, petroleum en natuurgas, benzine, zand en grint, natuursteen, cement en verf.
In 1940 waren er in Illinois 59 universiteiten, „colleges” en middelbare vakscholen (professional schools). De voornaamste hiervan zijn de staatsuniversiteiten van Illinois te Urbana, met ca 16 000 studenten en 1922 academische docenten, de universiteit van Chicago, met 14 500 studenten en 870 academische docenten; de Northwestern University te Evanston, de Illinois Wesleyan University te Bloomington, het Knox College te Galesburg, het Illinois College te Jacksonville, het Lake Forest College te Lake Forest, de De-Paul University en de Loyola University te Chicago en het Augustana College te Rock Island.
De grootste steden in Illinois zijn, behalve Chicago, Peoria, Rocford, Rock Island en Springfield.
GESCHIEDENIS
Het gebied van Illinois werd ontdekt door de Fransen. In 1673 maakte père Marquette een ontdekkingsreis stroomafwaarts langs de Mississippi. Zes jaar later vertrok La Salie, met steun van Frontenac, de toenmalige gouverneur van Canada, met het doel dit onbekende gebied voor Frankrijk in bezit te nemen. Na veel oponthoud en tegenslag bereikte hij in Dec. 1679 de Illinois met een groep die bestond uit 30 arbeiders, 3 priesters en Henri de Tonti. In 1680 bouwde hij aan de Illinois Fort Crève-Cœur, dicht bij de plaats waar nu Peoria ligt. Na de terugkeer van La Salie naar Canada werd zijn ontdekkingswerk voortgezet door de Tonti.
AI spoedig vestigden de Fransen zich nu ook op verschillende andere punten. De Illinois verschafte een uitstekende vervoergelegenheid voor de handelaars in bont en andere goederen. De eerste vestiging van blijvende aard in Illinois en in het gehele Mississippigebied vond plaats in 1700 bij het Indiaanse dorp Kaskaskia. In 1763 werd het gebied van Illinois afgestaan aan de Engelsen, maar ten gevolge van de opstand van Pontiac, het opperhoofd der Ottawa-Indianen, konden zij het niet direct in bezit nemen. In 1778 werd, zonder dat een schot gelost werd, Kaskaskia bij verrassing genomen door een groep kolonisten onder aanvoering van George Rogers Clark.
Na de Amerikaanse Vrijheidsoorlog werd Illinois een deel van het Northwest Territory; in 1809 werd Illinois een afzonderlijk „territory” en in 1818 trad het als staat in de Unie. Gedurende lange tijd was Illinois een ,,frontier”-gebied, zeer dun bevolkt en blootgesteld aan aanvallen van de Indianen. In 1812 werd het garnizoen van Fort Dearbom (op de plaats waar nu Chicago ligt) overvallen en grotendeels gedood. Omstreeks 1829 trachtte een Indiaans opperhoofd, de Zwarte Havik, alle Westelijke Indianen te verenigen in een verbond dat de opmars van de blanken tot staan zou brengen, en twee jaar van oorlog tussen Indianen en blanken volgden. In 1833 waren vrijwel alle Indianen uit Illinois verdreven.
In 1840 vestigden uit Missouri komende Mormonen zich in Illinois. Na enige tijd streefden deze naar een eigen politieke en militaire macht, hetgeen tot conflicten met de andere bewoners leidde. In 1844 brak in Hancock County een burgeroorlog uit, welke leidde tot de dood van Joseph Smith, een der leiders van de Mormonen. In 1846 verlieten zij Illinois. Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog bleef Illinois, hoewel een groot deel van de bevolking uit het Z. der V.S. stamde, trouw aan de Unie. De herinnering aan Abraham Lincoln is nauw verbonden met de hoofdstad van Illinois, Springfield, waar hij als jong advocaat werkte en zijn hoofdkwartier had gedurende zijn verkiezingscampagne in 1860.
De strijd tussen Lincoln en Stephen A. Douglas om de functie van senator is een van de belangrijkste hoofdstukken in de geschiedenis van Illinois. Na de burgeroorlog heeft de economische ontwikkeling van Illinois snelle vooruitgang gemaakt.
PROF. DR A. N. J. DEN HOLLANDER
Lit.: Edward G. Mason, Chapters from I. History (1901); Centennial History of I. (staatspublicatie 1918-20); W. Havighurst, Upper Mississippi (New York 1937) ; Donald G. Peattie, A Prairie Grove (New York 1938); I., a Descriptive and Historical Guide. Fédéral Writers’ Project, W.P.
A. (Illinois 1939) I Graham Hutton, Midwest at Noon (Chicago U.P. 1946); HomerGroy, Gom Country (New York 1947); John Gunther, Inside U.S.A. (New York 1947); John Drury, Midwest Heritage (New York 1948); H. G. Alsberg, The American Guide (New York 1949); J. Monaghan, This is I. (Univ. of Chicago Press 1949).