naar grootte het tweede der vijf Grote Meren tussen de Ver. Staten en Canada.
De oppervlakte bedraagt ca 60 ooo km, de hoogte boven de zeespiegel 177 m, de grootste diepte ca 244 m, de grootste lengte ca 325 km, de breedte gemiddeld 165 km. Het meer wordt in het N. begrensd door Ontario, in het W. en Z.W. door Michigan; het ligt centraal ten opzichte van de overige Grote Meren. Met het Bovenmeer is het verbonden door de St Mary rivier, met het Michiganmeer door de Mackinacstraat en met het Erie- en Ontariomeer door de St Clair rivier (via het St Clairmeer en de Detroit rivier). Het meer ontvangt zijn water van het Bovenmeer en het Michiganmeer en watert af op het Eriemeer. Het waterpeil ligt ca 6,5 m lager dan dat van het Bovenmeer en ca 2,6 m hoger dan dat van het Eriemeer. Door het Bruce schiereiland en het Manitoulin eiland wordt het meer in twee ongelijke delen verdeeld; het kleinste deel heet Georgian Bay, een met ca 20 000 kleine eilanden overdekte watervlakte met een rotsachtige, steile en hoge N. -oever en een eveneens rotsachtige doch lage O. -oever. De Georgian Bay gaat in het N.W. over in het North Channel, dat de verbinding vormt met de St Mary rivier.Door zijn centrale ligging is het Huronmeer van grote betekenis voor de scheepvaart op de Grote Meren. Het vervoer omvat vnl. ijzererts en graan van de havens aan het Bovenmeer, graan van de havens aan het Michiganmeer en steenkool van de havens aan het Eriemeer. Via de rivieren die in de Georgian Bay uitmonden wordt bovendien veel hout verscheept. Waar nodig zijn de verbindingswateren tussen de meren verbeterd: in de St Mary rivier zijn bij Sault Ste Marie sluizen gebouwd en er is een 6 m diepe vaargeul gebaggerd.
Ook de St Clair rivier, het St Clairmeer en de Detroit rivier (tussen St Clair- en Eriemeer) hebben een gebaggerde vaargeul van dezelfde diepte. De voornaamste havens op de Ver. Statenoever zijn Rockport, Galcite, Harbor Beach, Port Huron en Bay City; op de Canadese oever (Georgian Bay): Depot Harbor, Tiffin, Midland en Collingwood.