Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HOORN (gemeente)

betekenis & definitie

Noordhollandse gemeente van 678 ha met (1950) 14 645 inw., van wie 35 pct Prot., 40 pct R.K. en 25 pct zonder kerkelijke gezindte, is gelegen in West-Friesland aan het IJselmeer (ter plaatse Hoornsche Hop geheten). Een spoorweg verbindt de stad met Amsterdam, Enkhuizen en Alkmaar.

Zij is een belangrijk knooppunt van het autobusverkeer en bezit goede scheepvaartverbindingen.STADSONTWIKKELING

Hoorn ontstond in het begin der 14de eeuw op de plaats waar het riviertje de Gouw, de dijk langs de Zuiderzee en een landweg van het N. uit elkaar sneden. Daar ontstond een marktplein, de Roodesteen, uit kunsthistorisch oogpunt nog steeds het centrale punt der stad. De stedelijke rechten van Hoorn dateren van 1356. In de eerste helft der 15de eeuw werd de Gouw gedeeltelijk gedempt, werden het stadhuis aan de Roodesteen (afgebroken in 1797), de Noorderkerk (van hout, tussen 1441 en 1519 door steen vervangen) en de Ooster- of St Anthoniskerk gebouwd, terwijl de stad met wallen werd omgeven. In het begin van de 16de eeuw werd Hoorn uitgebreid en opnieuw versterkt. De Mariatoren, de Oosterpoort en de Hoofdtoren zijn overblijfselen van deze en latere verdedigingswerken.

In de eerste helft van de 17de eeuw werden de havens uitgebreid ten behoeve van de Oost-Indische Compagnie. De stad bereikte nu haar volle wasdom. Het St Ceciliaklooster werd na de Hervorming ingericht als logement voor de Gecommitteerden van het Noorderkwartier. Uit de Renaissance dateren o.a. het St Jansgasthuis (1563), de Waag van Hendrick de Keyser (aanbesteed in 1609), de „gebroken” gevel van het raadhuis, toen Statenlogement (1613), het voormalige Statencollege (1632), sinds 1878 Westfries museum, de Bossuhuizen en de reeds eerder genoemde Oosterpoort van 1578. De stad, die het karakter van een Oudhollandse plaats bewaard heeft, bezit vele mooie geveltjes. Het Westfries museum bezit een rijke collectie regionale kunst en curiosa, waaronder de eerste kaart van Jacatra, vervaardigd voor Jan Pietersz. Coen, van wie in Hoorn een standbeeld staat.

NIJVERHEID

De veemarkten, goederenmarkten, de verschillende beurzen (o.a. voor granen) zijn voor de Westfriese bevolking van veel betekenis. Voorts zijn er industrieën van belang. Van betekenis zijn ook de zuivelhandel (kaas) en de export van dit product, alsmede de visserij en visrokerijen. Er zijn o.a. een rijkslandbouwproefstation, een zuivelconsulentschap, een rijkstuinbouwschool en een rijkswerkplaats.

Lit.: Theodorus Velius, Chronyk van Hoorn (1617; 4de dr., m. aant. d. Seb. Centen, Hoorn 1740); H. Kroon Dzn en P. Kapteyn, Nieuwe kroniek van H. (1891); Raimond van Marie, Hoorn au Moyen-âge (’s-Gravenhage 1910); P. Koster, Hoorn in de Middeleeuwen (Amsterdam 1929); J.

C. Kerkmeyer, De Historische schoonheid van Hoorn (Amsterdam 1946) ; J. E. van Dierendonck, Hoorn van zee- tot landstad (Hoorn 1948).

< >