ook genoemd ziekte van Carré, wordt veroorzaakt door een virus. Het virus komt over de gehele aarde verspreid bij de hond voor.
Vooral jonge honden worden er door aangetast : de ziekte kan zich ook voordoen bij wolven en vossen. De fret is zeer gevoelig voor het virus, vandaar dat vele laboratoria met de fret als proefdier experimenteren. De ziekteverschijnselen kunnen zeer uiteenlopend zijn daar het virus verschillende organen of orgaanstelsels kan aantasten terwijl zich bovendien hierbij secundaire bacteriële infecties kunnen voordoen. De ziekte begint meestal met lusteloosheid en koorts. In het ene geval ontstaan daarna vooral stoornissen van het maagdarmstelsel (braken, diarrhee), in het andere geval een aandoening van de slijmvliezen van het ademhalingsstelsel (vuile neusgaten, hoesten, catarrh van luchtpijp en broncfuën); ook de oogslijmvliezen kunnen ontstoken geraken; sommige honden krijgen een huidaandoening (puistjes in de liezen), weer andere krijgen verschijnselen die er op wijzen dat het zenuwstelsel aangetast is. Allerlei combinaties van deze verschijnselen zijn mogelijk.
Uit het voorgaande volgt dat de kansen op herstel zeer uiteenlopend kunnen zijn. Het is mogelijk jonge honden voorbehoedend te enten; de bereiding der entstoffen, dus ook de toepassing er van is nogal kostbaar. Waarschijnlijk doen zich bij de hond nog andere vira voor die ziekteverschijnselen kunnen geven welke gelijken op die van hondenziekte.PROF. DR JAC. JANSEN
Lit.: W. A. Hagan, The Infectious Diseases at Domestic Animals (1945)*