regerend keizer van Japan (Tokio 29 Apr. 1901), is de oudste zoon van de Taisjô-keizer Yosjihito en keizerin Sadako. Nadat hij Mrt-Sept. 1921 als eerste Japanse kroonprins een reis naar Europa had gemaakt, waarbij hij ook Nederland bezocht, werd hij op 21 Sept. van dat jaar als troonopvolger aangewezen.
Nadat hij op 26 Jan. 1924 met prinses Koeni Nagako was gehuwd, werd hij op 25 Nov. 1925 als regent voor zijn zieke vader aangewezen. Uit zijn huwelijk werden vijf kinderen geboren, waarvan de laatste een zoon, Akahito. Hoewel hij reeds op 25 Dec. 1925 na de dood van Yosjihito tot keizer was uitgeroepen, vond de officiële troonsbestijging eerst plaats op 15 Nov. 1928. Hirohito noemde zijn regeringsperiode Sjôwa. Deze periode is wel een van de meest bewogen en belangrijkste in de Japanse geschiedenis geworden, waarin belangrijke wijziging kwam in de betekenis van de keizerlijke macht en waardigheid.Gedurende het laatste stadium van Wereldoorlog II was er in geallieerde kringen groot verschil van mening over de maatregelen die na de overgave getroffen moesten worden ten aanzien van de keizer. De meest voor militaire agressie en stamidolatrie bevreesde partij wilde afschaffing van het keizerschap ten einde het Japanse imperialisme voorgoed te breken. Zelfs gingen er stemmen op om de keizer als oorlogsmisdadiger te berechten. De andere partij was van oordeel dat het behoud van de keizer het voordeel zou opleveren dat deze zijn prestige zou kunnen aanwenden om de Japanse samenleving in democratische zin te wijzigen. Hoewel de Geallieerden zeer wel inzagen dat aan het behoud van het keizerschap groot risico verbonden was, werd overeenkomstig de laatste mening besloten. Volgens de nieuwe op 3 Mei 1947 in werking getreden Grondwet is aan de Tenno nog slechts een zeer geringe macht overgelaten.
