Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

BREKEN

betekenis & definitie

(tekst ontbreekt)...

de as excentrisch gelagerd is. De as krijgt hierdoor een slingerende beweging. Ieder punt van de kegel b voert daarbij ten opzichte van het vaste holle oppervlak a de beweging uit die men ook bij de steenbreker aantreft, de punten langs de omtrek van kegel b doen dit echter achtereenvolgens. Het krachtverbruik is derhalve meer uniform dan bij de steenbreker.

Voor grote installaties wordt daarom aan de kegelbreker de voorkeur gegeven.



Vergruizen

De belangrijkste werktuigen voor de grovere vormen van vergruizen zijn:

1. de breekwals, die bestaat uit twee met gelijke snelheid tegen elkaar in lopende walsen, die glad, getand of geriffeld kunnen zijn. De minimale afstand is regelbaar. Eén der walsen wordt door veren aangedrukt, zodat zeer harde voorwerpen de lagers niet kunnen beschadigen. Dikwijls wordt een paar geriffelde walsen gevolgd door een paar gladde walsen;
2. het stampwerktuig. De stampers zijn verticale stangen, aan de onderzijde voorzien van verwisselbare mutsen. Zij worden door middel van een nokkenas beurtelings gelicht en verbrijzelen het te breken materiaal bij hun val. Het stampen geschiedt gewoonlijk nat. De stampwerktuigen zijn vroeger in de mijnbouw van groot belang geweest, maar thans vrijwel verdrongen door mechanisch meer efficiënte werktuigen;
3. de schroef breker. Een wals, voorzien van schroefvormig verlopende randen, draait in een sterke trechtervormige ijzeren bak, waarvan de langszijden voorzien zijn van geribde verwisselbare platen. Onder de bak bevindt zich een hardstalen rooster, waardoor het gebroken materiaal omlaag valt. Deze breker dient voor niet te harde materialen (kalksteen, kool, mergel, gips e.d.).

Werktuigen voor fijner vergruizen zullen samen met de metaalwerktuigen (z malen) besproken worden.

Lit.: A. Eucken en M. Jakob, Der Chemie-Ingenieur, Band I, 2 (Leipzig 1933); W. L.

Badger & W. L. McCabe, Élements of Chemical Engineering, 2nd Ed. (New York & London 1936); J. H.

Perry, Chem. Engin. Handb., 2nd Ed. (New York & London (1941).

< >