Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Beloop

betekenis & definitie

(waterbouwkunde), ook dossering of talud, betekent:

1. de helling van de zijdelingse begrenzingsvlakken van een dijk, dam, aardebaan of dergelijk grondlichaam, ook van een kanaal of andere ingraving of van een rivier, beek of oever. Die helling wordt uitgedrukt door de verhouding der rechthoekszijden, waarbij eerst de verticale, daarna de horizontale zijde wordt genoemd en dus de tangens van de hellingshoek tegen het horizontaal vlak wordt aangegeven; de schets duidt dus een beloop van 1 op 3 of van 1 : 3 aan.
2. de zijdelingse begrenzing zelf van een grondlichaam of ingraving als genoemd. Bij waterkerende dijken enz. onderscheidt men het binnen- en het iaiten-beloop, de begrenzing aan de binnen- of landzijde, de buiten- of waterzijde. De onderkant van het beloop heet de teen*, soms hiel*.

< >