is de naam van een Germaanse stam, die in de volksverhuizing een belangrijke rol gespeeld heeft. Aanvankelijk woonden zij aan de kust der Oostzee, doch later vinden wij hen op verschillende plaatsen.
Zij worden vermeld als bewoners der gewesten nabij de Zwarte Zee en als metgezellen der Goten bij hun zwerftochten in de 2de helft der 3de eeuw, daarna behoren zij tot het rijk van Ermanarik*, koning der Oost-Goten, zijn daarna volgelingen van Attila*, en na diens dood bondgenoten der Gepiden bij het vernietigen van de heerschappij der Hunnen. Ook bevonden zich Herulen bij de volkeren, die tegen het einde der 3de eeuw door keizer Maximianus in Galicië werden overwonnen. Verder ontmoet men hen in het begin der 5de eeuw als metgezellen der Saksen bij hun rooftochten langs de kust van Gallië. Een gedeelte is later naar het Noorden teruggekeerd, maar vond in hun oud stamland de Denen gevestigd, die hen in hun gebied niet toelieten; daarna zetten zij zich in Zweden bij de Gauten neer. Men heeft hen willen beschouwen, zeker ten onrechte, als de verbreiders van het runenschrift* in Skandinavië.Lit.: Reallexikon der german. Altertumskunde hrsg. v. J. Hoops, II, 517 (1913).