De verschillende gebieden van de hersenen hebben ieder hun eigen afzonderlijke functie, echter in die zin, dat ze door elkaar beïnvloed worden, hetgeen mogelijk is door de vele zenuwbanen, die de verschillende gebieden met elkaar verbinden.
Het verlengde merg bevat de voor het leven noodzakelijke (vitale) centra voor ademhaling*, bloedsomloop*, slikken e.a. De functie van deze centra maakt het leven in de primitiefste vorm, uitsluitend door middel van reflex-handelingen mogelijk.
Het mesencephalon beheerst de afweerreacties op pijn- en temperatuursprikkels. Het diencephalon* regelt de stofwisseling, geslachtsfuncties, waterhuishouding, warmteregulatie e.a. Het is door tal van zenuwbanen met de hypophyse* verbonden en heeft invloed op de functies van deze klier. De kleine hersenen (cerebellum) regelen nauwkeurig de samenwerking van de verschillende spiergroepen. Bovendien zijn ze van groot belang voor het behouden van het evenwicht. Van het telencephalon is de schors het belangrijkste gedeelte.
Uit een bepaald gedeelte van de schors (de zgn. motorische schors) stammen de impulsen voor de willekeurige bewegingen. Gevoelsprikkels uit de periferie worden via zenuwen en ruggemerg naar een ander deel van de schors (de zgn. sensorische schors) geleid en worden daar omgezet in bewuste gewaarwordingen Alle zintuigen hebben een apart gebied in de schors, waarheen de zintuigindrukken geleid worden. Het bewustzijn d.w.z de omzetting van uitwendige prikkels in psychische voorstellingen is dus afhankelijk van de verrichtingen van de hersenschors. Het herkennen van voorwerpen en gewaarwordingen, lezen, spreken e.a. functies zijn aan bepaalde delen van de schors gebonden. Bij vernietiging van deze delen van de schors ontstaan agnosie, alexie, aphasie {z asymbolie).
Hetgeen mens en dier onderscheidt is het vermogen tot waarneming van het causaal verband tussen afzonderlijke factoren. Hierdoor is de mens in staat feiten en indrukken vast te houden, te denken, te begrijpen enz. Vele reflexhandelingen staan verder onder controle van de hersenschors. Op een pijnprikkel bijv. wordt het betreffende lichaamsdeel reflectorisch teruggetrokken. Bij de mens wordt de pijnprikkel tevens bewust, waardoor hij de afweerbewegingen aan zijn wil kan onderwerpen. Daar de bewuste handelingen en de hogere geestelijke functies aan de grote hersenschors gebonden zijn, is het begrijpelijk dat juist het telencephalon zo sterk ontwikkeld is.
De meeste centra liggen zowel in de linker als rechter hemisfeer; enkele alleen links, maar rechts is de aanleg hiervoor wel aanwezig, hetgeen blijkt uit het feit, dat, indien het spraakcentrum in de linker hemisfeer door een ziekteproces beschadigd is, de spraakfunctie vooral bij kinderen langzamerhand door het overeenkomstige gedeelte in de rechter hemisfeer wordt overgenomen. Functieovememing in de hersenen is een bekend verschijnsel: de hersenschors kan bijv. gedeeltelijk het cerebellum vervangen
A. WESSELIUS-DE CASPARIS