een stad in Afghanistan, is de hoofdstad van de gelijknamige provincie. De stad ligt in Afghanistan op 640 km ten W. van de landshoofdstad Kaboel, op 922 m boven zeeniveau, in het vruchtbare dal van de Heri Roed; zij telt ca 85 000 inw. en maakt een imposante indruk, vanwege de omvangrijke vestingwerken, waarmee zij omringd is.
Herat is een doolhof van nauwe, donkere, vuile straten en stegen, waarbij slechts enkele hoofdstraten gunstig afsteken. De voornaamste hiervan is overdekt. Het oude koninklijke paleis en de grote moskee zijn in vervallen toestand. Het bevloeide dal van de Heri Roed is met boomgaarden, bloementuinen, wijngaarden, graanvelden enz. bedekt en de Koningstuin (Bag-i-Sjahi) gold vroeger in het Oosten als een van de wereldwonderen. In de stad vervaardigt men degenklingen, rozenwater, tapijten en kleding van wol, zijde en lamsvel, terwijl handel wordt gedreven in Oosterse voortbrengselen. Herat, dat een sleutelpositie inneemt aan de grote verkeersweg van Perzië door Afghanistan naar Voor-Indië, vormde vanouds een aantrekkelijk steunpunt voor alle veroveraars, die uit West-Azië in India wilden doordringen.Herat, waarvan de ouderdom onbekend is, viel in de 7de eeuw in handen van de Arabische kaliefen. Na een periode van achteruitgang werd zij in 1381 door Timoer veroverd en onder diens opvolgers verhief zij zich tot een centrum van Perzische kunst en wetenschap. Van deze tijd dateren ook vele fraaie bouwwerken. In 1510 werd de stad bij het Perzische rijk gevoegd en in 1749 wisten de Afghanen haar te overmeesteren. Tijdens de talloze oorlogen, door broeders van het vorstenhuis der Doerani gevoerd, werd Herat een afzonderlijk rijk, dat afwisselend zelfstandig was en onder heerschappij van Kaboel stond, totdat de stad in 1863 onder het centrale Afghaanse gezag kwam.
