Baron, Frans staatsman (Parijs 15 Apr. 1876 -4 Oct. 1935), werd in 1905 redacteur-buitenland van de Matin en in 1921 lid van de Senaat. In 1924 was hij korte tijd minister van Onderwijs in het 3de kabinet Poincaré.
Vervolgens was hij van Nov. 1925 tot Aug. 1926 Hoge Commissaris in Syrië.Hier trachtte hij, met hooghouding van Frankrijks prestige, toch door een soepel optreden de bevolking te verzoenen met het Franse mandaatsbestuur. Hoewel een overtuigd aanhanger van de beginselen van de Volkenbond, had hij een scherpe blik voor de dit instrument aanklevende gebreken. In 1927 weigerde hij zelfs, verder deel uit te maken van de Franse Volkenbondsdelegatie. In zijn laatste levensjaren zag hij de beste kans voor de handhaving van de vrede in een nauw samengaan van de vier grote Europese mogendheden Frankrijk, Engeland, Duitsland en Italië. Met het oog hierop wilde hij het nationaal-socialistische Duitsland zoveel mogelijk met vertrouwen tegemoet treden. Vooral echter achtte hij het zijn roeping, de vriendschap tussen Frankrijk en Italië te bevorderen.
In Jan. 1933 aanvaardde hij de post van ambassadeur te Rome, in welke functie hij krachtig medewerkte aan de totstandkoming van het door Mussolini voorgestelde Pact van Vier tussen de bovengenoemde grote mogendheden. Hierna beschouwde hij zijn taak als volbracht en in Juli 1933 trad hij af. Van 30 Jan. tot 7 Febr. 1934 was hij nog minister van Koloniën in het kabinet-Daladier.
Bibl.: La vie orageuse de Mirabeau (1928); La paix française. Témoignage d’une génération (1932) ; Huit cent ans de révolution française 987-1789 (1932).