Frans dierkundige (Montpezat 15 Mei 1821 - Las Fons 21 Juli 1901), werd in 1854 hoogleraar in de dierkunde te Rijsel, in 1865 te Parijs aan het museum voor natuurlijke historie, in 1869 aan de Sorbonne en in 1871 lid der Académie. In 1872 stichtte hij het zoölogisch station te Roscoff aan de kust van Bretagne en in 1881 een tweede te Banyuls-sur-Mer.
Van 1883 tot zijn dood gaf hij de bekende Archives de la zoölogie expérimentale uit. Hij heeft zich bekend gemaakt door zijn onderzoek naar de uitwendige geslachtswerktuigen (armure génitale) der insecten (1849-1853) en schreef over tal van andere ongewervelde dieren: mollusca, ascidia, koralen, enz.Bibl. : Histoire de l’organisation et du développement du dentale (1858); Mémoires sur le pourpre (1859); Histoire naturelle du corail, organisation, reproduction, pêche en Algérie, industrie et commerce (1864) ; Ascidies simples des côtes de France (1874-’77) ; Le monde de la mer et ses laboratoires (1889).