Nederlands rechtsgeleerde en staatsman (Amsterdam 11 Aug. 1857 -’s-Gravenhage 6 Sept. 1917), studeerde rechten in Leiden, waar hij in 1879 promoveerde op een proefschrift over Bezitsverkrijging en Bezitsverlies door derden, en was hoogleraar in het Romeins recht te Groningen van 1882-1889 en te Leiden van 1889-1897. In 1892 verscheen de door Drucker omgewerkte tweede druk van het bekende Handboek v. h.
Rom. recht van W. Modderman. Hij had voor het kiesdistrict Groningen zitting in de Tweede Kamer van 1894-1913, eerst als unie-liberaal, later als lid van de Vrijzinnig-Democratische Bond, waarvan hij een der oprichters was en de fractieleider werd. Nadien werd hij lid van de Eerste Kamer. Drucker was een man van groot sociaal besef, meer geleerde en wetgever overigens dan politicus. Hoewel hij om politieke redenen enkele malen een ministerschap weigerde, o.a. dat van Justitie in 1905, heeft hij grote invloed gehad op de wetgeving, met name op de sociale.
Hij heeft met nadruk gewezen op de wenselijkheid van een woningwet en hij speelde als voorzitter van de commissie van voorbereiding in de Tweede Kamer een grote rol bij de behandeling van het ontwerpGoeman Borgesius, dat in 1901 aangenomen werd. Voorts is hij de geestelijke vader van de wet op de arbeidsovereenkomst. Op grond van zijn studie van deze materie kreeg hij in 1891 opdrachc van de minister van Justitie Smidt om een ontwerp op te stellen. Dit ontwerp, later door Drucker herzien, ligt ten grondslag aan de wetsontwerpen van igoi en 1904. Als voorzitter van de commissie van rapporteurs had hij grote invloed bij de behandeling in de Tweede Kamer van het laatste ontwerp, dat in 1907 wet werd.Op maatschappelijk gebied was Drucker bijzonder actief; hij is o.a. de stichter van het Leidse Volkshuis.
Als rechtsgeleerde pleitte hij voortdurend voor het dempen van de kloof tussen recht en maatschappij, o.a. in het Rechtsgeleerd Magazijn, dat hij in 1882 met mr S. Katz en mr W. L. P. A. Molengraaff oprichtte. In zijn opstellen over de ingebrekestelling (1909-igio) systematiseerde hij als eerste de jurisprudentie op een bepaald gebied.
PROF. DR A. J. C. RÜTER
Lit.: W. L. P. A. Molengraaff, mrHendrikLodewijkDrucker, in Rechtsgel. Mag. 1917, jrg. 36, blz. 375 vlgg.; B.
Symons, mr H. L. Dr., in Gron. Volksalmanak voor het jaar 1918, blz. 171 vlgg.; G. v. Vollenhoven, Verspr. Geschr. dl III, blz. 680 v.