Baron, Vlaams historieschilder, (Antwerpen 18 Febr. 1815 - 26 Aug. 1869), studeerde te Antwerpen, nadien te Parijs bij Delacroix. Ary Scheffer heeft aanvankelijk invloed op hem uitgeoefend, later liet hij zich inspireren door de Hollandse meesters der 17de eeuw, en na een verblijf in Duitsland en Praag, door Dürer, Holbein, Granach en Grünewald.
Hij verwierf geleidelijk een eigen stijl met De Herstelling van de Godsdienst te Antwerpen in 1566, de Ontvangst van Rubens in het Kloveniersgild, de Katholieke Vrouwen, de Synagoog te Praag, de Uitvaart van Barthel de Haze. Sedert de bankier en kunsthandelaar Couteaux zijn beschermer geworden was, steeg zijn roem snel. Zijn beste werk blijft de muurschildering in de zaal die zijn naam draagt in het Stadhuis te Antwerpen. Hij heeft er in grootse figuratie, met strenge kleurrijke gestalten, de geschiedenis van zijn stad en van Brabant uitgebeeld. Van 1857 tot 1861 decoreerde hij de eetzaal van zijn huis met taferelen uit Een winterzondag in de 16de eeuw te Antwerpen. Nadat het huis gesloopt was, werden deze muurschilderingen overgebracht naar een kamer naast de Leyszaal. Beroemd is ook het stuk De Instelling van het Gulden Vlies, in het koninklijk paleis te Brussel. Hij was een uitstekend portrettist zoals blijkt uit zijn zelfportret en de beeltenissen der leden van zijn gezin. Hij was lid van de Académie Royale van België en van het Academisch Corps van Antwerpen. Hij werd door Leopold I in de adelstand verheven. Zijn werk is vertegenwoordigd in de musea van Antwerpen, Brussel, Amsterdam, Chantilly, Frankfort, Rijsel, Leipzig, München, Montreal en de Wallace collectie te Londen.
Lit: H. Hymans, H. L. (Onze Kunst, 1905); J. de Bosschere, Le Style de Leys in L’Occident (1905); G. Vanzype, H. L. (Bruxelles 1934); Jozef Muls, Schilders van Gisteren (1939); Idem, Een eeuw Portret in België (1945).