(Anguisfragilis) is de naam van een dier uit de onderorde der hagedissen*. Door het slangvormige lichaam en het algeheel ontbreken van poten wordt de hazelworm door onkundigen vaak voor een slang gehouden. Het lichaam wordt door rijen kleine gladde schubben bedekt, die op de kop in grotere schilden overgaan.
De kleur van de rug varieert van loodgrijs tot roodbruin, die van de buik is blauwzwart; jonge dieren zijn lichter gekleurd dan oude. Van de slangen is de hazelworm gemakkelijk te onderscheiden door het beweegbare ooglid. Volwassen dieren worden tot 54 cm lang, waarvan de staart dan 33 cm beslaat. De hazelworm komt in bijna geheel Europa voor, van Zuid-Zweden tot Spanje en Griekenland, ook in Kaukasië, in Georgië en in N.W.-Klein-Azië. Men vindt hem op vochtige plekken, in beukenbossen en in Nederland vooral onder heiplaggen. Midden of einde Oct. kruipt de hazelworm tussen wortels van struiken of heesters weg en overwintert daar, soms meer exemplaren bij elkaar.
Zijn voedsel bestaat vnl. uit wormen, naakte slakken en kleine insecten. Het wijfje brengt van 6 tot 24 levende jongen ter wereld, die bij de geboorte nog door een zacht ei vlies omgeven zijn, dat echter direct scheurt. In Nederland wordt de hazelworm ook wel heiaal genoemd, een naam die echter ook wel voor de ringslang wordt gebruikt.