De grootste groep vormen de bladverliezende bloem- en sierheesters. Bloemheesters plant men om hun schone bloei, zoals: Gouden Regen, Magnolia’s, Seringen, Chinese Klokjes enz., terwijl sierheesters aangeplant worden om hun schone bladertooi, bijv. met witbont, goudbont, geel, zilver en bruin gekleurde bladeren, en ook om hun vruchten zoals: Cotoneasters, Duindoorn, Vuurdoorn enz.
Een andere zeer belangrijke groep vormen de groenblijvende heesters. Vooral in de winter zijn deze heesters in iedere tuin onmisbaar. Een zeer voorname plaats in deze groep nemen de Rhododendrons, Hulst en Aucuba in.Voor windkering en afscheiding worden ook heesters aangeplant in de vorm van hagen zoals Ligustrum en Hulst, terwijl andere, meer laagblijvende, ook gebruikt worden voor randen om perken zoals: Buxus of Randpalm, Erica’s, Euonymus enz.
