Engels beoefenaar van de wetenschap der politiek (Manchester 30 Juni 1893 - Londen 24 Mrt 1950), studeerde te Orford en werd reeds in 1914 lector in de geschiedenis aan de Mc Gill University. Van 1916-’20 doceerde hij aan de Harvard-University, van igig-’20 aan de Yale-University.
In 1920 keerde hij naar Engeland terug ofschoon hij de V.S. daarna meermalen bezocht, en werd verbonden aan de London School of Economics. Van 1922-1925 was hij lecturer in Political Science aan het Magdalen College in Cambridge, sinds 1926 hoogleraar in dit vak aan de Universiteit van Londen. Hij was een zeer vruchtbaar schrijver met zeer uitgebreide kennis en belezenheid en schitterende stijl. Zijn invloed op leerlingen was zeer groot en zijn boeken hebben ook in Nederland belangstelling voor zijn vak van studie gewekt. Socialist in de Engelse zin, maar sinds ca 1929 sterker in Marxistische richting, heeft hij op de manier van Tocqueville, maar in nauw contact met nieuwere stromingen in de Amerikaanse sociologie en rechtsfilosofie, de krachten die de verschijnselen van het staatsleven bepalen, geanalyseerd en beschreven. Daarnaast heeft hij in de Engelse politiek van de Labour Party een grote rol gespeeld, van 1922-1936 was hij lid van de Fabian Society Executive, van 1936-1949 lid van het uitvoerend comité van de Labour Party en in 1945-1946 voorzitter.Bibl.: Studies in the Problem of Sovereignty (Yale U.Pr. (1917); Authority in the Modem State (New Haven 1919); Political Thought in England from Locke to Bentham (1920); The Foundations of Sovereignty and other Essyas (1921); A Grammar of Politics (1925); On the Study of Politics (inaug. Lecture, 1926); Communism (1927); The Dangers of Obedience (1930); Liberty in the Modern State (1930); The Socialist Tradition in the French Revolution (1930); An Introduction to Politics C1931) 5 Politics (1931); The Crisis and the Constitution (1932); Studies in Law and Politics (1932) ; Democracy in Crisis (1933) ; The State in Theory and Practice (1935;) The Rise of European Liberalism (1936); Parliamentary Government in England (1938); The Danger of being a Gentleman and other Essays (1939); The American Presidency (1940); Faith, Reason and Civilisation (1944); Reflections on the Revolution of our Time (1944); The American Democracy (New York 1948); Trade Unions in the New Society (95o); Reflections on the Constitution (1951).
Lit.: G. Schmitt, Staatsethik und pluralistischer Staat, in: Kant-Studien, dl 35 (1930); P. Léon, Une doctrine relativiste de la Souveraineté in: Arch. de philos. du droit (1931); Hoog, Les Théories de M. Laski et le Pluralisme Démocr. (Ibid. 1937);Harry M. Magid, English Political Pluralism (New York 1941); Michel Fourest, Les théories du prof. Laski (Paris 1943); M. V. Polak, in: Staatsw. Opst. aangeb. aan prof. mr R. Kranenburg (1948).