of evangelieharmonie is een uit de canonieke evangeliën samengesteld evangelieverhaal bevattende het leven van Jezus, aldus voor het eerst betiteld door Osiander (geïnspireerd door een vergelijking met de verhouding van de één- tot de vierstemmige muziek) en sindsdien gangbaar gebleven, vooral — sinds Griesbach (1774) — in onderscheiding van de synopses (de in kolommen naast elkaar geplaatste teksten der eerste drie — de zgn. synoptische — evangeliën).
Het vroegste voorbeeld van een evangelieharmonie is het Diatessaron* van Tatianus tussen 165 en 172 vervaardigd, dat indirect grote invloed heeft geoefend tot ver in de Middeleeuwen. Ook de Luikse tekst van ons „Limburgse Leven van Jezus” (eind 13de eeuw) zou er op teruggaan. Daarnaast waren in de late middeleeuwen nog andere „una ex quatuor” (zoals de evangelieharmonieën dan heten) in koers, w.o. Joh. Gerson’s bekende, van apocriefe smetten niet geheel vrije, Monotessaron seu unurn ex quatuor evangeliis. In 1537 verscheen Osiander’s Harmonia evangelica, tussen 1593 en 1611 de Harmonia quatuor evangelistarum, begonnen door M. Ghemnitz; ook Calvijn harmonieerde de synoptici voor zijn commentaar van 1555-
In de loop van de 17de eeuw gaat men de naam evangelieharmonie meer en meer bezigen voor het op tekstvergelijking en -critiek gebaseerde,, wetenschappelijke” Leven van Jezus. Daarnaast blijft de evangelieharmonie in de oorspronkelijke betekenis voor practische doeleinden tot in onze eeuw in gebruik; een recente Nederlandse harmonie, volledig naar de vier evangeliën, verscheen in 1939 (z onder literatuur).
Lit.: zie délit, bij Diatessaron; voorts T. v. Kersbergen, Het Luiksche Diatessaron (Rijswijk 1936). Het Samengesteld Evangelie, uitgeg. onder auspiciën der Ver. Godsdienst en Rede (Rijswijk 1939).