Duits wijsgeer en godsdiensthistoricus (Blankenburg, Harz, 13 Mrt 1890 - Berlijn 5 Apr. 1951), werd in 1930 hoogleraar in de wijsbegeerte te Jena. Wegens openlijke critiek op een rede van Hitler tot zes maanden gevangenisstraf veroordeeld, werd hij in 1937 als hoogleraar ontslagen.
In 1945 werd hij in zijn ambt hersteld doch in Nov. 1948 opnieuw ontslagen wegens tegenstand tegen de bevelen van de Thüringse volksregering. Daarna doceerde hij tot zijn dood aan de vrije universiteit van Berlijn.Zijn studies op het gebied van de Hellenistische en oosterse religies brachten Leisegang tot het inzicht, dat de wijsgerige systemen als wezenlijk onderscheiden typen van wereldbeschouwing moeten worden opgevat, die hij „Denkformen” noemde. Aan het z.i. wezenlijk onderscheid tussen de Hellenistische denkvorm en onze logica, aan de denkvormen van Goethe, Hegel, Lessing e.a., lichtte hij zijn these nader toe. Aanvankelijk — onder invloed van Dilthey — zag hij deze verschillen in denkvormen vooral als berustend op verschillen in logische vorm zonder meer; later legde hij er de nadruk op dat aan elk der gebieden der werkelijkheid (de wereld van het anorganische, organische, psychische, het domein van de kunst en van de ideële objecten) steeds een door het object zelf bepaalde denkvorm beantwoordt, doch dat de wijsgerige denkers, door telkens een bepaalde, t.a.v. zijn speciaal gebied, adequate denkvorm ten onrechte op alle gebieden der werkelijkheid toe te passen, tot hun eenzijdige systemen zijn gekomen. Leisegang ontkent niet elk verband tussen deze denkstructuren, maar is in zijn hoofdwerk Denkformen er niet toe gekomen dit verband nader te ontwikkelen.
MR J. P. WILDSCHUT
Bibi.: Die Raumtheorie im späteren Platonismus, diss., Strassburg (1911); Begriffe d. Zeit u. Ewigkeit (1913); Der hl. Geist. Das Wesen u. Werden der mystisch-intuitiven Erkenntnis in der Philos. u. Religion d. Griechen (1919); Pneuma Hagion (1922); Die Gnosis (1924, 1942); Denkformen (1928, 1919); Platondeutung d. Gegenwart (1929); Religionsphilos. d. Gegenwart (1930); Lessings Weltanschauung (1931); Goethes Denken (1932). Zum iran. Erlösungsmyst., 2 dln (1921); Der Ap. Paulus als Denker (1923).