(1) zijn persoonlijke diensten, bestaande in het verrichten van handenarbeid en het beschikbaar stellen van paard en wagen. Zij moesten in de Middeleeuwen en later veelal worden gepraesteerd door de ingezetenen ten behoeve van de overheid (bijv. het onderhouden van wegen en bruggen) of door horigen ten behoeve van hun heer (bijv. ploegen, zaaien, maaien op het land van de heer).
Later, toen de polders en waterschappen tot stand kwamen, werd deze term eveneens gebruikt voor het eigenhandig opmaken der dijken door de dijkplichtigen, zoals dat oorspronkelijk algemeen en later hier en daar nog tot de 16de eeuw geschiedde.(2) zijn verplichte diensten, aan de ingezetenen van een gemeente bij wijze van belasting opgelegd. De bevoegdheid van de Gemeenteraad om zodanige diensten te vorderen, onder dezelfde controle van hoger gezag als ten aanzien van andere plaatselijke belastingen geldt, is neergelegd in art. 276 der Nederlandse Gemeentewet.
Deze hand- en spandiensten zijn te onderscheiden van de zgn. persoonlijke diensten, waarvan sprake is in de artt. 226 en 227 der Gemeentewet. Deze artikelen bepalen, dat de ingezetenen der gemeente, ter handhaving der openbare orde of in het algemeen belang, tijdelijk kunnen worden opgeroepen tot het doen van persoonlijke diensten, wanneer de bijstand der plaatselijke beambten of vrijwillige hulp ongenoegzaam is en de plaatselijke middelen het betalen van hulp niet gedogen. Aard en duur van deze diensten, alsmede de gevallen waarin zij kunnen worden gevorderd, moeten geregeld zijn bij een plaatselijke verordening, aan Gedeputeerde Staten mede te delen. Daarbij moet zoveel mogelijk elke inwoner worden vrijgelaten de diensten, waartoe hij wordt opgeroepen, door een plaatsvervanger te doen waarnemen of voor geld, in de gemeentekas te storten, af te kopen.
Het Nederlandse Waterstaatsrecht kent ook iets dergelijks. Krachtens art. 1, lid, 6° der Bevoegdhedenwet zijn de waterschapsbesturen, indien het reglement der instelling hun dit opdraagt, bevoegd zowel ingelanden als inwonenden — niet-ingelanden — tijdelijk tot het doen van persoonlijke diensten op te roepen tot bewaking en verdediging van waterkeringen bij dreigend gevaar of tot hulp in geval van doorbraak en van hen ten behoeve van die verdediging verstrekkingen van lasten trekdieren, voeren vaartuigen, materialen en gereedschappen te vorderen. Een en ander wordt nader geregeld bij het waterschapsreglement of bij verordening van de instelling zelf.
Lit.: Oppenheim-van der Pot, Het Ned. Gemeenterecht I, 5de dr. (1928), blz. 625 en II, blz. 324 v.v.; C. J. H.Schepel, Waterschapswetgeving, 2de dr. (1927), blz. 245 v.v.