Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HAGEN

betekenis & definitie

een stad in Duitsland, gelegen in het Land Noord-Rijnland-Westfalen, ligt in een dal aan de mond van de Ennepe in de Volme, is kruispunt van spoorwegen en telt (1950) 147 240 inw. (1939: 151 481) V.W. 67 pct Evang. en 33 pct R.K. De stad ligt 110-410 m hoog en is ontstaan uit een hof van de aartsbisschop van Keulen, kwam in 1392 aan het graafschap Mark, doch ontwikkelde zich pas na de 30-jarige oorlog en kreeg in 1746 stedelijke rechten.

De gunstige ligging aan de toegangsweg naar het Sauerland en het Bergische heuvelland, alsmede de nabijheid van het steenkolenbekken van de Ruhr, deden in de 19de eeuw de stad snel groeien tot een spoorwegkruispunt (14 spoorwegstations) en een industriestad. In 1929 werd het o.m. vergroot met Haspe en Vorhalle. Als industriestad vormt Hagen de verbinding tussen het industriegebied van Berg en Mark en het Ruhrgebied. Men treft er kleine ijzerwarenindustrie, fabricage van accumulatoren en textielnijverheid (weverijen, katoenspinnerijen) aan.De stad bezit de 18de-eeuwse Johanniskerk, het Ghristian-Rohlfmuseum, verschillende onderwijsinstellingen en ziekenhuizen.

Het aantal gebouwen en woningen (1939 = 100) bedroeg in 1945: resp. 55 en 50 pct en in 1950: 75 pct.

Lit.: F. Schemann, Hagen im Schrifttum. Verzeichnis der erschienenen Lit. über die heutige Stadt H. (1937).

< >