Hagen
Variant van Haakon of Hag.
Wiktionary (2019)
hagen - Werkwoord 1. zinnen 2. met een haag omgeven hagen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord haag
Leendert Brouwer (2017)
1. Evenals Verhagen een verwijzing naar een toponiem ter aanduiding van de woonplek of de plaats van herkomst van de naamdrager. 2. Een patroniem op basis van de Germaanse voornaam Hag(a), waarin we het woord 'haag' herkennen met de betekenis 'omheinde ruimte' (en in die etymologische zin overeenkomend met de toponiemen), verbogen met -en (<...
Dr. A. van Anken (1961)
Figuur uit de Germaanse heldensage, o.a. in het Nibelungenlied, waar hij de laffe moordenaar is van de held Siegfried. Zie Nibelungenlied, Siegfried
Van Dale Uitgevers (1950)
(haagde, heeft gehaagd), stenen hagen, in of op een haag zetten; — vlas, hennep hagen, aan een haag, met de toppen tegen elkaar zetten.
Winkler Prins (1949)
Joris van der (1615-1669), Nederlands schilder, vnl. van landschappen in de omstreken van Arnhem; werkte veel samen met D. Wijntrack. Steven van der (1563-1624), Nederl. vlootvoogd. Stichtte 1600 op Ambon het Kasteel van Verre en verdreef de Portugezen uit de Molukken.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
een stad in Duitsland, gelegen in het Land Noord-Rijnland-Westfalen, ligt in een dal aan de mond van de Ennepe in de Volme, is kruispunt van spoorwegen en telt (1950) 147 240 inw. (1939: 151 481) V.W. 67 pct Evang. en 33 pct R.K. De stad ligt 110-410 m hoog en is ontstaan uit een hof van de aartsbisschop van Keulen, kwam in 1392 aan het graafschap...
M. J. Koenen's (1937)
haagde, h. gehaagd (iets in of aan een haag stellen of zetten); steenbakkerij: stenen hagen; vlasbouw: het vlas hagen, d. i. in de rij stellen, met de toppen tegen elkaar.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: