Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

GYMNOSPERMEN

betekenis & definitie

of Naaktzadigen is de naam van de eerste afdeling van het rijk der Phanerogamen of Bloemplanten. De meest atrope zaadknoppen zijn hier naakt, d.w.z. niet in een vruchtbeginsel opgesloten, maar vrij zittend op de bloei as of op vlakke, meest tot kegels verenigde vruchtbladen zonder stijl of stempel. De stuifmeelkorrels worden door de wind regelrecht naar de micropyle gevoerd, waar zij naar binnen gezogen worden in de zgn. pollenkamer tussen de nucellus en het integument, om dan pas te kiemen.

De embryozak is reeds vóór de bevruchting met een prothallium met 2 of meer archegoniën gevuld, dat later als endosperm voor voeding van de kiem dient. De stuifmeelkorrels bevatten behalve de geslachtscellen, die bij de Cycadeeën en Ginkgo nog als typische spermatozoïden ontwikkeld zijn, nog een 1- of meercellig prothallium. De bloemen, in de regel zonder bloemdek, zijn steeds 1-slachtig, veelal 2-huizig (Cycadeeën, Taxus, Jeneverbes). De mannelijke zijn gebouwd als de sporenaren der Paardestaarten: een spil met talrijke in een spiraal staande meeldraden, de vrouwelijke meer gevarieerd. Tot de Gymnospermen behoren slechts bomen of struiken, in de dikte groeiend als de Dicotylen. Het secundaire hout bestaat meestal slechts in hoofdzaak uit vezels met hofstippels, en echte vaten treden pas bij de Gnetineeën op.

De bladen zijn zeer verschillend van vorm: gewone loofbladen (Ginkgo, Gnetum), palmbladen (Cycadeeën), schubben (Araucaria, Thuja) of naalden. De kiem heeft 1, 2 of een krans van meer zaadlobben. Men verdeelt de Gymnospermen tegenwoordig in 4 orden, de Cycadinae met als enige familie de Cycadeeën*, de Ginkgoinae met als enige familie de Ginkgoaceeën*, de Coniferen* en de Gnetineeën*. Fossiel zijn vele Gymnospermen gevonden, zowel van nog levende geslachten, dit met name in het Krijt en Tertiair, als van een 3-tal geheel uitgestorven groepen: De Pteridospermen, de Bennettitinae en de Cordaitinae, die leefden van het Carboon tot het Krijt.PROF. DR TH. J. STOMPS

< >