(Louis Auguste) Frans tekenaar en schilder (Straatsburg 6 Jan. 1832 - Parijs
23 Jan. 1883), tekende van zijn vijfde jaar af, op zijn dertiende werden zijn eerste litho’s gepubliceerd, in 1848 sloot zijn vader te zijnen behoeve een contract met Philipon, eigenaar van Le Journal pour Rire, van 1851 werkte hij mee aan LTllustration, van 1852 dateren zijn eerste boekillustraties. Hij wijdde zich ook aan de schilderkunst doch in Frankrijk werden zijn schilderijen bijna niet gewaardeerd. Wel in Londen, waar ca 1870 een „Doré Gallery” werd gesticht, die tot Wereldoorlog II heeft bestaan, en waar hij ook werken verkocht, o.a. aan koningin Victoria. Tijdens zijn eerste verblijf in Londen (1868) maakte hij een serie tekeningen ter illustratie van London door Blanche Jerrold, die tot de belangrijkste van zijn oeuvre behoort. In 1871 vluchtte hij voor de Commune naar Versailles en maakte daar een (eerst in 1907 uitgegeven) serie caricaturen van de leden van het parlement. In hetzelfde jaar begon hij met boetseren.
Beroemd is hij geworden door zijn boekillustraties, welke werden vermenigvuldigd door de in opkomst gekomen techniek van de houtgravure. Hij tekende in de regel onmiddellijk op de houten blokken en liet zijn werk door zeer bekwame graveurs nasnijden. Men rekent dat hij ca 9850 illustraties heeft gemaakt: tot de meest bekende behoren die voor de Bijbel, voor Dante’s Hel, voor Rabelais, voor Les contes drolatiques van Balzac, voor Don Quixote, voor Orlando Furioso, voor The Raven van Poe en voor tientallen minder belangrijke werken, welke in de regel in afleveringen verschenen. Hij was een knappe, vlotte tekenaar met een scherp karakteriserend vermogen en een begaafd compositeur (zoals bijv. zijn vele kleine schetsen voor London kunnen getuigen).
Hij hield zelf toezicht op het graveren van zijn tekeningen en men kan aannemen dat die gravures gedeeltelijk eigenhandig zijn. Hij was uitermate vindingrijk en hoewel hij zich historische vrijheden veroorloofde, hechtte hij aan een juiste documentering. Zijn illustraties hebben bijna een eeuw de stijl van de boek-illustraties en van de visuele literatuur-interpretatie van het Franse publiek bepaald.
Als schilder heeft hij zich dikwijls overspannen in te grote formaten en in mythologische en bijbelse onderwerpen. Zijn sculpturen waren dikwijls groepen van vele figuren ( Les Saltimbanques, La danse e.a.), ze vormden min of meer een transponering in drie dimensies van zijn tekeningen. Het is niet te verwonderen dat zijn gehele oeuvre, dat 11 000 nummers omvat, vele zwakke plekken aanwijst. Deze hebben het oordeel over zijn betekenis beïnvloed en in het algemeen is de waardering van zijn werk tot voor enige jaren niet groot geweest. Hij was echter een figuur van meer dan middelmatige betekenis.
A. GLAVIMANS
Lit.: Valmy-Baisse, G. D. (2 dln, 1929); Uitgebr. lit.opgave en ceuvre-catalogus in: Henri Leblanc, Catalogue de l’œuvre complet de G. D. (Paris 1931). Een geslaagde poging tot herwaardering is: Millicent Rose, G. D. (London 1946).