Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Gustave COURBET

betekenis & definitie

Frans schilder (Ornans 10 Juni 1819 - La Tour de Peilz, bij Vevey, 31 Dec. 1877), begon met een studie in de rechten, op aandrang van zijn familie, doch onderbrak deze studie en zette zich aan het schilderen. Zijn leermeesters (Flageoulot te Besançon, Steuben en Hesse te Parijs, 1839), hadden daarbij minder invloed op de ontwikkeling van zijn talent dan de oude meesters die hij in het Louvre copieerde.

Officiële kringen waren over zijn werk ontdaan, omdat hij onderwerpen „zonder belang” uit het dagelijks leven behandelde in afmetingen, die tot nog toe alleen voor de „grande peinture” met historische en heroïsche motieven bestemd waren geweest. Zo betekende zijn werk een eerste en bijzonder sterke reactie op het eindeloos doorgaan in de traditie van David en Ingres. Courbet kon dan ook eerst in de Salon gaan tentoonstellen, toen in 1848 ieder zonder voorafgaande keuring daar werk kon inzenden. Zijn Begrafenis te Omans (1849) met de zojuist geobserveerde onverschilligheid van alle omstanders wekte om die observatie en de rake karakteristiek weer de heftigste bestrijding.

Toen zijn inzending op de grote tentoonstelling van 1855 geweigerd werd, richtte hij een eigen expositie van zijn werk in, onder het motto „Le réalisme”. Langzamerhand kreeg hij er plezier in, schandaal te verwekken; in 1870 stootte hij de overheid voor het hoofd door bruusk het ridderkruis van de Légion d’Honneur te weigeren en in 1871 mengde hij zich in de ongeregeldheden van de Commune. Zo was hij betrokken bij de samenzwering om de Colonne Vendôme omver te werpen. Veroordeeld tot boete en bovendien tot het dragen van de onkosten van de wederoprichting van de gedenkzuil, week hij uit naar Zwitserland (1873), waar hij in armoede overleed.

Als mens was hij van een goede, ietwat kinderlijk-ijdele natuur, als kunstenaar van groot belang, niet het minst door de reeds genoemde reactie, die hij vertegenwoordigt. Schijnbaar een revolutionnair, was hij in werkelijkheid een van de grote realisten uit de Europese kunstgeschiedenis, in zijn beste tijd werkend met een grote, forse streek, met vaste hand en grote zekerheid.Lit.: G. Riat, Courbet (Paris 1906); Ch. Léger, C. (1924 en 1929); J. Meier-Graefe, G., 3.

Aufl. 1924 (München 1921).

< >