(Govaert), Nederlands schilder (Kleef 25 Jan. 1615 - Amsterdam 2 Febr. 1660), vervaardigde historiestukken, mythologieën, Bijbelse taferelen en portretten, waaronder ook doelen- en regentenstukken. Samen met Jacob Backer was hij eerst leerling van Lambert Jacobsz. te Leeuwarden en daarna, ca 1634, van Rembrandt te Amsterdam, waar hij tot zijn dood werkzaam bleef.
In 1636 is hij zelfstandig gaan werken en zijn werk gaan signeren. Hij is een der eerste leerlingen van Rembrandt geweest, die de meester is gaan verloochenen en het clair-obscur weer heeft afgezworen en in lichtere kleuren is gaan schilderen. Hiervan getuigt o.a. zijn decoratieve werk in het stadhuis op de Dam. Zijn laatste stuk voor het stadhuis is na zijn dood door Jurriaen Ovens voltooid.Hij was in zijn tijd zeer gezien en menig dichter uit die tijd, o.a. Vondel, heeft zijn werk bezongen. Bij zijn dood werd te zijner nagedachtenis een penning geslagen. Een van zijn beste stukken: Isaac, die Jacob zegent (1638), bezit het Rijksmuseum te Amsterdam, benevens enige portretten en grote schuttersstukken. Twee grote schilderijen van hem, Marcus Curius en Salomo, versieren de schoorstenen van het voormalig stadhuis, thans Koninklijk Paleis, te Amsterdam.
Lit.: W. Martin, De Holl. schilderkunst in de 17de eeuw II (Amsterdam 1936), met opgave van literatuur.