Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Gottfried august BÜRGER

betekenis & definitie

Duits dichter (Molmerswende 31 Dec. 1747 -Göttingen 8 Juni 1794), studeerde te Halle godgeleerdheid, daarna in Göttingen rechten, maar door de invloed van zijn vriend Klotz ging hij een loszinnig leven leiden. Zijn vrienden Boie, Sprengel, Biester en anderen wisten hem echter op de goede weg terug te brengen.

Met hen las hij, behalve de werken der Oudheid, ook de Engelse, Franse, Italiaanse en Spaanse dichters, vooral Shakespeare en Percy’s Reliques of ancient english poetry. Inmiddels had Boie hem in 1772 de post bezorgd van ambtenaar te Altengleichen in Hannover, waar hij in verbinding bleef met de „Göttinger Dichterbund”. Daarna vestigde hij zich in Gelliehausen en huwde daar de oudste dochter van de ambtenaar Leonhard te Niedeck. In het begin was dit huwelijk gelukkig, maar spoedig daarop werd Bürger verliefd op zijn schoonzuster, die bij hen inwoonde. Met toestemming van zijn vrouw leefde hij hier in een dubbel huwelijk.

In 1780 werd hij pachter te Apenrade; maar zijn onbekendheid met de landbouw was oorzaak, dat hij na verloop van 3 jaren een aanzienlijke som verloren had. Na het overlijden van zijn wettige echtgenote (1784) vestigde hij zich te Göttingen als privaat-docent. Hij huwde in 1785 met zijn geliefde Molly, maar deze overleed reeds 9 Jan. 1786. De universiteit te Göttingen benoemde hem in 1789 tot buitengewoon hoogleraar, doch zonder salaris.

Een derde onberaden huwelijk met Elise Hahn in 1790 werd twee jaar later wederom ontbonden. Vervolgens leidde hij nog een korte tijd een treurig, armoedig leven, door een borstkwaal gekweld, verbitterd door de afkeurende critiek van Schiller in Uber Burgers Gedichte.Bürger heeft de grondslag gelegd voor de bloei van de ballade in Duitsland. Aanvankelijk slaat hij daarin, in overeenstemming met sommigen zijner tijdgenoten, een comische toon aan, zoals in Frau Schnips. Maar onder de invloed van de Engelse balladenpoëzie ontstaan gedichten als Lenore (1773), Des Pfarrers Tochter von Taubenhain, Der Kaiser und der Abt, Der wilde Jäger, die zijn roem gevestigd hebben. Bürger streefde er naar, de volkstoon te treffen en maakte daartoe ook gebruik van refreinen, uitroepen en van uitdrukkingen uit de gemeenzame taal. Ook weet hij spanning te wekken; zijn Lenore mag een echte Sturm-und-Drangballade genoemd worden.

Naast de balladen is Bürger’s lyriek van betekenis; zijn liefdesgedichten zijn dikwijls meeslepend door de klankrijke woordenstroom en de gloed van de hartstocht. Hij gaf voor het eerst in zijn verzen weer een ongezochte, eerlijke uitdrukking aan de gevoelens van zijn hart. Bürger is te beschouwen als een der medescheppers van de nieuwere Duitse dichterlijke taal; bij lette bijna angstig nauwkeurig op de juistheid en welluidendheid zijner verzen. Tevens heeft hij in Duitsland het sonnet weer in ere gebracht.

Bovendien heeft hij zich nog op andere dichterlijke kunstvormen toegelegd: zo heeft hij zijn vertaling van het 4de boek der Eneïde in hexameters gedicht. De eerste verzameling van zijn gedichten, met kopergravures van Chodowiecki, verscheen in 1778 te Göttingen. Van 1779 tot aan zijn dood redigeerde hij de Göttinger Musenalmanach en van 1790 tot 1791 de Akademie der schonen Redekünste. Bürger is ook de bewerker (1786) van de oorspronkelijk door Raspe in de Engelse taal uitgegeven Münchhausengeschichten. Zijn Verzamelde Werken zijn uitgegeven in de „Deutsche Klassiker-Bibliothek” (Hesse), de „Goldene Klassiker-Bibliothek” (Bong) endoorE. Grisebach.

PROF. DR H.w.j. KROES

Lit.: G. Bonet-Maury, Bürger et les origines anglaises de la ballade littéraire en Allemagne (1889); Riemann, G. A. Bürger (1904) ; V.

Beyer, Die Begründung der ernsten Ballade durch B. (1905) ; A. Barth, Der Stil v. B.’s Lyrik (Marburg 1911, diss.); Zaunert, B.’s Verskunst (1911); Mederow, B., Der Roman seines Lebens (1912); W. Kayser, Geschichte der deutschen Ballade (1936).

< >