(1) (Grieks: yvw/trj), eigenlijk mening, met de bijzondere betekenis van spreuk op het gebied van levenswijsheid en zedeleer, gelijk men die reeds bij de oude Oosterse volkeren aantreft. Zulke gnomen zijn de spreuken van Salomo en die in de Wijsheid van Sirach.
Ook de Indische, Perzische en Arabische letterkunde bevatten een grote rijkdom aan gnomen. In de Edda komen eveneens gnomenverzamelingen voor, evenals in de verdere literatuur der middeleeuwen (z Priamel). In Griekenland bloeide de gnomische dichtkunst reeds in de 8ste -6de eeuw v. Chr. (Hesiodus, Solon, Phokylides, Theognis).
Ook bestonden er reeds lang korte spreuken in proza (bijv. „Ken u zelven”, „In niets te veel”), die men toeschreef aan de zgn. Zeven Wijzen. In de Hellenistische tijd en de keizertijd schreef men gnomische gedichten, die aan beroemde wijzen en dichters uit de oude tijd werden toegeschreven, zoals een op naam van Phokylides staand gedicht en de „Gulden verzen” zgn. van Pythagoras; er ontstonden ook spreukenverzamelingen (gnomologia) in proza van dien aard (z Demophilos).Uitg.: Een uiteraard verouderde verzameling der Griekse gnomici gaf uit J. C. Orelli (2 dln, Leipzig 1819), zijn uitgave der Latijnse gnomici (Leipzig 1822) beleefde slechts het iste deel; over de gnomische dichtkunst vóór de Hellenistische tijd: K. Bielohlawek, Hypotheke und Gnome (Leipzig 1940).
(2) naam voor aardgeesten, die volgens het volksgeloof onder de aarde of in bergen in ertsmijnen zouden huizen en die men zich doorgaans als lelijk en mismaakt voorstelde. Als alle daemonische geesten kunnen zij zich zowel vriendschappelijk als vijandig tegenover de mens gedragen; ze beschermen de mijnen en de mijnwerkers en schenken hun, die hen beschermen, rijke schatten. Het woord, dat door Paracelsus bedacht schijnt te zijn, is afgeleid van het Griekse gnome (intelligentie) ; een andere afleiding echter verklaart het uit Middellatijns gnomi (Grieks genomoi), aardebewoners. Sinds de 16de eeuw is het in het Duits overgenomen, waar het, evenals elders, steeds een geleerde term gebleven is.