Italiaans (Siciliaans) prozaschrijver en meester van het Verisme (Catania 31 Aug. 1840 - 27 Jan. 1922), debuteerde met novellen en romans in het historische, het burgerlijk-sentimentele en het erotische genre, werken die hem — van zijn toenmalige woonplaats Milaan uit — een misleidende populariteit bezorgden. Die beginperiode bevrijdde hem echter van overmatig subjectivisme en te veel neiging naar het autobiografische.
Na 1874 telkens naar zijn geboorte-eiland, Sicilië, terugkerend, vond hij nieuwe inhoud voor zijn kunst en stijl in de erbarmenloze strijd om het bestaan van zijn Siciliaanse boeren en vissers. Met het novellenboek Vita dei Campi (1880), waarin de beroemde novelle Cavalleria rusticana welke hij in 1884 tot een toneelstuk omwerkte en waarop Mascagni zijn opera (1890) schreef, vangt de reeks werken aan die hem tot een der grootste prozaïsten van zijn eeuw zou maken. De romans I Malavoglia (1881) en Mastro Don Gesualdo vooral, gevolgd door verdere boeken, die hij te zamen I Vinti (de overwonnenen) wilde dopen (naar voorbeeld van Zola’s Rougon-Macquart) zijn zijn meesterwerken: de eerste schilderend de ondergang van een patriarchale vissersfamilie die aan de verleiding van snelle verrijking ten offer valt; de tweede de opkomst van een metselaar tot millionnair, die aan zijn nieuwe levenscondities te gronde gaat.Verga’s grootse schema (hiertoe behoort vooral ook nog La Lupa, 1896) beoogde te worden de „bestudering”, realistisch en zelfs naturalistisch (maar met verwerping van de Franse positivistische inslagen), „van de stroom van de menselijke vooruitgang op zijn diverse sociale niveau’s”. In feite gaat door de harde romans van Verga een onbetwistbaar religieuze adem. De grootheid van Verga’s „verisme” — de theoreticus daarvan was Luigi Capuana — ligt in zijn schildering van de mens onder de ban van het noodlot. waarbij hij, ondanks absolute veronpersoonlijking en zakelijkheid, begrip en deernis voor zijn trieste mensfiguren wekt.
DR MR H. VAN DEN BERGH
Bibl. (beh. de genoemde): Amore e patria (1856, nov.); I Carbonari della montagna (4 dln, 1861-2); Una peccatrice (rom., 1865); Storia di una capinera (1871); Eva (1873); Tigre reale (1873); Eros (1875); H marito di Elena (1882); Novelle rusticane (1883) ; Vagabondaggio (1887) e.a. drama’s; Drammi intimi (1884) ; La Duchessa di Leyra (onvolt.). Opere, uitg. d. L. en V. Perroni, 5 dln (Milano 1940-43). Vele vertalingen, zo in het Eng. d. D.
H. Lawrence: I Malavoglia (1923), Little Novels of Sicily (1925) en Gavall. Rusticana and Other Stories (1928).
Lit. (de voornaamste): Studi verghiani, verzorgd d. Lina Perroni (Palermo 1929 vgg.); L. Russo, G. V. (Napoli 1900, Bari 1934, 1940); T. Goddard Bergin, G. V. (Yale Univ.
Press, New Haven 1931); N. Cappellani, Vita di V. (Firenze 1940) en in uitg. v. V.’s werken (Firenze 1941), m. bibliogr.; E. De Michelis (Firenze 1941).