Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GIORGIONE

betekenis & definitie

Giorgio da Castelfranco, gezegd il, beroemd Venetiaans schilder (Casteifranco 1477 of 1478 Venetië vóór 25 Oct. 1510), is een der meest omstreden schilders der kunstgeschiedenis. Van zijn hoofdwerken zijn bijv. de samen met Titiaan geschilderde fresco’s aan de buitengevel van de Fondaco dei Tedeschi te Venetië verloren gegaan (thans nog slechts uit de etsen van A.

M. Zanetti bekend). In zijn tronende Madonna tussen San Francesco en San Liberale, thans in de Dom te Castelfranco Veneto (nabij Treviso) bewaard, zet Giorgione de kunst van Giovanni Bellini en Antonello da Messina voort.De kleuren fonkelen in ingehouden pracht. Het poëtisch waas, dat over het gehele werk hangt, is zonder het ,,sfumato” van Leonardo da Vinci moeilijk te verklaren. De contouren spreken minder dan bij Bellini, de figuren treffen door een zekere melancholieke uitdrukking. De beschouwelijke rust van de voorgrond vindt haar natuurlijke voortzetting in het lyrisch getinte landschap.

Door vakkundige restauratie heeft het altaarstuk veel van zijn oude luister herkregen. Een zonnig licht valt op de figuren; de gedempte reflexen op het stalen harnas en het verrukkelijke rood in het kleed der Madonna zijn ongeëvenaard van picturale schoonheid. Verwante eigenschappen vindt men in de figuur van Judith te Leningrad, een werk, waarvan de compositie door ruwe afsnijding helaas sterk benadeeld is. Het museum van Wenen bezit twee authentieke werken van de meester, waarvan „de drie filosofen” het voornaamste is.

De voorstelling van dit werk blijft enigszins duister. Naar de attributen te oordelen heeft de kunstenaar — gelijk Hartlaub heeft aangetoond — aan een geheime sodaliteit gedacht in de trant van de vrijmetselarij. De doorkijk in het landschap is wederom van de hoogste poëtische werking. Collaboratie van Sebastiano del Piombo is weinig waarschijnlijk.

Het tweede schilderij te Wenen, het portret van Laura, is na de restauratie door verregaande moderne overschilderingen niet meer als een gaaf staal van Giorgione te beschouwen. De slapende Venus te Dresden is grotendeels het werk van de meester. Röntgenfoto’s hebben aangetoond, dat er eens aan de voeten van de godin een Amorfiguur geschilderd is (thans toegedekt). Het landschap is een kundige toevoeging van Giorgione’s voornaamste navolger Titiaan. De beroemde Tempesta (onweer) in de Accademia te Venetië verkeert in goede staat.

Het fantastische landschap met zijn merkwaardige kleurflitsen trekt het meest de aandacht tot zich. De betekenis der figuren staat niet geheel vast. Het prachtige Landelijke concert in het Louvre is ondanks de onverzorgde staat, waarin het werk verkeert, nog altijd een wonder van poëzie. De mogelijkheid, dat Titiaan (niet Campagnola!) het werk in de geest van Giorgione geschapen, c.q. voltooid heeft, zoals Roberto Longhi thans vermoedt, blijft bestaan.

Van de talloze toeschrijvingen aan de kunstenaar vermelden wij nog slechts de fraaie mansportretten te Berlijn en Boedapest. Een aantal Werken, gegroepeerd om de „Aanbidding der herders” vroeger in de verzameling Allendale te Londen en thans in de National Gallery te Washington, stelt ons voor een moeilijk probleem. Is deze meester, gelijk men thans vrij algemeen geneigd is aan te nemen, inderdaad identiek met Giorgione, of hebben wij met een hoogst begaafde meester in zijn trant te maken? Voor beide hypothesen zijn argumenten aan te voeren. Tot deze groep behoren o.m. een Heilige Familie (afkomstig uit de verzameling Benson te Londen) en de zojuist ontdekte Aanbidding der koningen in de National Gallery te Londen.

Van tekeningen, aan Giorgione toegeschreven, beeft het in rood krijt uitgevoerde blad met een gezicht op Castelfranco in Museum Boymans te Rotterdam de meeste kans eigenhandig door de meester te zijn uitgevoerd.

De lyrisch getinte kunst van Giorgione heeft in Venetië en naaste omgeving grote opgang gemaakt; alle daar werkende schilders hebben gedurende kortere of langere tijd hun tribuut betaald aan het Giorgionisme. Vooral in de geschiedenis van de ontwikkeling van het koloriet is Giorgione een der mijlpalen geweest.

DR W. R. JUYNBOLL

Lit.: L. Venturi, Giorgione e il Giorgionismo (Milano 1913); G. F. Hartlaub, G.s Geheimnis (München 1925); M.

Conway, G. (London 1929); F. Hermanin, II mito de G. (Spoleto 1933) \ L. Justi, G. (2 dln, Berlin 1936); G. M.

Richter, G. d. C., called Giorgione (Chicago 1937); G. Fiocco, G. (Bergamo 1941); A. Morassi, G. (Milano 1941), Roman over G.’s leven: C.

Scharten en M. Scharten-Antink, De groote Zorzi (1938).

< >