hoofdstad van de gelijknamige Italiaanse prov. (2477 km2, 630 600 inw.), ligt in het N.O. van de Povlakte, 40 km ten N. van Venetië en aan de spoorlijn van Venetië naar Udine. Het telt (1947) 63 000 inw.
De stad is omgeven door oude muren, heeft nauwe straatjes en vele middeleeuwse gebouwen. De kathedraal van San Pietro met een crypt uit de 11de eeuw dateert uit de 12de eeuw en heeft schilderingen van Veronese en Titiaan. Andere kerken zijn de San Niccolo, de kapittelkerk van de Dominicanen, de Loggia dei Cavalieri en voorts zijn bezienswaardig de schouwburg, de Monte di Pietà, het Palazzo Pretorio en het Palazzo del Trecento. Er is nijverheid (zijde, metaal, chemicaliën, papier en aardewerk) en handel. Als Tarvisium was de stad reeds in de 6de eeuw n. CGhr. een aanzienlijke plaats. Zij werd in 776 door Karel de Grote ingenomen en kwam later aan Venetië. In Wereldoorlog II werd belangrijke schade aangericht.