Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GERLACH PETERS

betekenis & definitie

(Gerlacus Petri), Nederlands mysticus (Deventer 1378 Windesheim 18 Nov. 1411), doorliep de Lebuinus-school te Deventer en trad onder invloed van Florens Radewijns ca 1397 in het klooster der reguliere kanunniken te Windesheim, waar hij in 1403 de priesterwijding ontving en de geloften aflegde.

Vóórdien nog schreef hij zijn Breviloquium, waarvan het tweede gedeelte (cap. 18 e.v.) een practische handleiding vormde bij zijn dagelijkse geestelijke oefeningen, gekenmerkt door gematigdheid en gezond verstand. De inhoud van dit ascetisch handboekje is voor een goed deel overgezet in de volkstaal in de zgn. Eerste Brief aan zijn zuster Lubbe. De Tweede Brief, die ook aan haar zou zijn gericht, ademt de geest der mystiek en is dus verwant aan Gerlach Peters’ hoofdwerk, het Soliloquium, het oorspronkelijkste en zuiverste mystische geschrift uit de kring der Moderne Devotie, geschreven tussen 1403 en 1411. De mystiek van het Soliloquium doet denken aan Eckhardt, is echter niet speculatief, maar berust op ervaring.

Ze verraadt ook een vrij sterke invloed van Bernardus en in mindere mate van de Brabantse en Rijnlandse scholen. De centrale gedachte is de vrijheid des geestes door de intuïtie der Waarheid. Het Soliloquium is sinds de 15de eeuw meermalen in het Nederlands vertaald. Daarnaast zijn ons vertalingen bekend in het Frans, Duits, Engels, Spaans en Italiaans.

Het bleef geliefde lectuur in de kring der Franse en Duitse mystici en piëtisten (Port Royal, Tersteegen).

Lit.: P. Poiret, Sacra orationis theologia (Breviloquium 1711); J. J. Mak, De Dietse vertaling van Gerlach Peters’ Soliloquium, diss.

Utrecht (1936).

< >