(Myrtion, Kreta, 25 Nov. 1848 - Athene 1941), stichter van de linguistische wetenschap in Griekenland, studeerde letteren te Athene, Leipzig, Jena en Berlijn. Terug te Athene werd hij professor in de linguïstiek (1890).
In zijn Einleitung in die neugriechische Grammatik (Leipzig 1892), bewees hij dat het Nieuwgrieks, behalve het Tsakonische dialect, afkomstig is van de Koinè*. Hij stichtte met andere geleerden de Maatschappij der Wetenschappen van Athene; in het orgaan er van Athena gaf hij de oplossing van talrijke problemen van de Griekse taal. Verenigd en afzonderlijk gedrukt maken zij het eerste deel van Linguistische Studiën (1901) uit zowel als de twee delen van Middeleeuws- en Nieuwgrieks (1905-1907). Hij stichtte ook de vereniging Koraïs en de Maatschappij van Linguïstiek, waardoor hij zijn collega’s en studenten bracht tot de studie der linguïstiek. Hij stichtte het Historische Woordenboek der Griekse taal. In 1926 werd hij de eerste rector der door hem gestichte Universiteit te Saloniki. Ofschoon hij zich zijn gehele leven bezighield met de nieuwe, schreef hij al zijn werken in de geleerde taal.PROF. DR S. ANTONIADIS