Amerikaans sterrenkundige (Chicago 29 Juni 1868 - Pasadena, Cal., 21 Febr. 1938), stichtte te Chicago een kleine sterrenwacht (Kenwood observatorium), waarna grotendeels op zijn instigatie in 1895*1 de nabijheid van Chicago (te Williams Bay, Wisconsin) de belangrijke Terkes sterrenwacht werd opgericht. Hale, die deze sterrenwacht geheel organiseerde, bleef tot 1904 directeur en tevens hoogleraar aan de Universiteit van Chicago.
Na een expeditie met een grote zonne-telescoop naar Mt Wilson, een ongeveer 2000 m hoge berg bij Pasadena, Gal., wist hij het Carnegie-instituut te Washington te bewegen daar een grote sterrenwacht te stichten. Onder zijn voortreffelijke leiding en veelzijdig inzicht groeide het Mt Wilson Observatorium in weinige jaren uit tot de grootste en belangrijkste sterrenwacht der wereld. Behalve deze sterrenwachten richtte hij het thans belangrijkste sterrenkundige tijdschrift, de Astrophysical Journal, op en organiseerde hij zowel de International Union for Co-operation in Solar Research, als diens opvolger de Internationale Astronomische Unie. In 1923 moest Hale zich om gezondheidsredenen terugtrekken op een klein, eigen zonne-observatorium te Pasadena maar wist in deze tijd nog de grote stoot te geven tot de bouw van de 200-inch kijker, die bij zijn inwijding in 1948 Hale-telescoop gedoopt werd.Zijn eigen wetenschappelijk werk bewoog zich vnl. op het terrein van de spectroscopie der zonneatmosfeer. Hij was de eerste, die er in slaagde met een zgn. spectroheliograaf (sterrenkundige instrumenten) protuberansen en flocculi te fotograferen. Met dit instrument kan een afbeelding van de zon in licht van één golflengte verkregen worden en zodoende ook de verdeling van bepaalde elementen in de zonne-atmosfeer bepaald worden. Onder zijn belangrijkste onderzoekingen zijn die over de aard der zonnevlekken te vermelden. Hij toonde aan, dat zij wervels in de zonne-atmosfeer zijn en ontdekte dat de spectraallijnen in de vlekken een zelfde gecompliceerde structuur hebben als aardse spectraallijnen aannemen onder de invloed van een sterk magnetisch veld (Zeemaneffect), waarmee hij het bestaan van magnetische velden in zonnevlekken bewees. Tevens onderzocht hij het algemene magnetische veld van de zon.
Bibl.: Behalve zijn wetenschappelijke studies verscheen een aantal meer algemene en half-populaire werken: The Study of Stellar Evolution (1908); The Earth and the Sun as Magnets (1913) 5 Ten Years’ Work of a Mountain Observatory (1915) ; The New Heavens (1922); Beyond the Milky Way (1926).
Lit.: Levensbericht door W. S. Adams, Astrophys. Journ., Vol. 87, pp. 369-388 (1938).