(1) (off. afkorting Wash.) is een staat aan de Stille-Oceaankust in het uiterste N. W. der V.S.
Het territorium heette oorspronkelijk Columbia, maar is, om verwisselingen met het „District of Columbia” te voorkomen, naar president George Washington genoemd. Het staatsmotto luidt „Al-ki”, een Indiaans woord, dat „het een na het ander” betekent.Met 176 617 km2, waarvan 3147 km2 water, is Washington wat oppervlakte betreft de 19de der V.S. Hij strekt zich uit tussen 45° 32' en 490 N.Br. en tussen 1160 57' en 1240 48/W.L. en heeft bij benadering de vorm van een rechthoek, waarvan in het N.W. evenwel een stuk wordt ingenomen door de Juan de Fuca Straat en een deel door het tot Canada behorende Vancouver Island. De grootste lengte (O.-W.) en breedte zijn resp. 547 en 370 km. Washington grenst in het W. aan de Stille Oceaan, in het Z. aan de Columbia River en dan volgens een rechte lijn aan Oregon, in het O. geeft behalve aan de zuidpunt (Snake River) een rechte lijn de grens met Idaho aan en in het N. geeft de 49ste breedtegraad tot aan de door de zeestraten Strait of Georgia en Juan de Fuca Strait gevormde baai de grens aan met de Canadese provincie British Columbia. Een onregelmatig gevormde, de baai in tweeën verdelende lijn geeft de grens in het N.W. aan.
Washington heeft (1950) 2378960 inw., hetgeen t.a.v. 1940 een toeneming van 37 pct en een opschuiven van de 30ste naar de 23ste plaats betekent. De bevolkingsdichtheid is 13,5 inw. per km (gem. V.S. 19 inw. per km2). Zowel het geboorte- (23,8 per mille) als het sterftecijfer (9,5 per mille) lag in 1949 beneden het nat. gem. (resp. 24,0 en 9,7 per mille). In 1950 bestond 97 pct der bevolking uit blanken. Door de industrialisatie is een sterke toestroom van Negers ontstaan (7424 in 1940, 30690 in 1950).
Voorts zijn er Aziaten (ruim 13000) en 13815 Indianen, die voor het merendeel in reservaten leven, maar in het W. ook in de steden wonen en zich gedeeltelijk met de blanken vermengen. Van de (1950) 191 000 „foreign-borns” worden de grootste immigrantengroepen gevormd door de Canadezen, de Zweden en de Noren.
Washington is verdeeld in 39 counties. In 1853 werd het kleine plaatsje Olympia (1950: 15820 inw.) in Thurston County aan de zuidpunt van de Puget Sound tot staatshoofdstad gekozen.
NATUURLANDSCHAP
De Cascade Range, variërend van een breedte van ca 80 km in het midden tot 150 km aan de Columbia River en aan de Canadese grens, verdeelt Washington in een oostelijke en westelijke helft, die geografisch en sociaal geheel verschillend zijn. Het grotere oostelijke deel bestaat uit een droge, met struikgewas bedekte en dun bevolkte hoogvlakte, het Columbia Basin, waaruit zich in het N. de Okanogan Highlands, een tot 1900 m hoog, golvend, groen maar onbebost berglandschap en in het Z.W. de tot 2200 m hoge, beboste en door rivieren gelede Blue Mountains verheffen. De Cascade Range is in het N. gelijkmatig gevormd, maar vertoont in het Z. ten gevolge van vroegere vulcanische activiteit grillige formaties. De hoogste toppen liggen aan de westzijde: Mount Rainier (met 4392 m het hoogste punt van de staat), Point Success (4313 m), Liberty Cap (4301 m), alle gelegen in het Mount Rainier National Park. Andere bekende toppen zijn Mount Adams (3751 m) in het Z. en Mount Baker (3277 m) in het N. In het geheel komen 57 toppen boven de grens van de eeuwige sneeuw, die in Washington Op ca 2300 m ligt.
De gemiddelde hoogte van het gebergte is 1500 tot 2500 m. Het westelijke deel van Washington bestaat uit een brede vlakte rondom de Puget Sound, een wijdvertakte, zich vanuit de Juan de Fuca Strait in zuidelijke richting uitstrekkende baai, die een der beste havens der wereld en de slagader van het commerciële en industriële leven van de staat vormt. In#de baai liggen talrijke schiereilanden (o.a. Kitsap) en eilanden (o.a. Harstine, McNeil, Vashon, Bainbridge, Whidby, Fidalgo, Lopez, San Juan en Rosario). De vlakte heeft een gemiddelde hoogte van 30 m, maar gaat naar het W. toe over in de kustgebergten, waarvan het voornaamste de Olympic Mountains zijn, die zich op het door de Puget Sound in het O., de Juan de Fuca Strait in het N. en de Stille Oceaan in het W. gevormde schiereiland tot een hoogte van 2415 m (Mount Olympus) verheffen.
Het dal van de Chehalis River scheidt dit gebergte van de meer zuidelijk gelegen en veel lagere Willapa Hills (tot ca 900 m). In het N. en W. heeft de staat een steile en behalve in het Z. (Grays Harbor en Willapa Bay) weinig gelede kust, waaraan zich talrijke van visvangst levende Indianen-nederzettingen bevinden.
De voornaamste rivier van Washington is de Columbia, die geheel Oost- en Zuid-Washington ontwatert. In zuidelijke richting stromend komt het bij Waneta de staat in het N.W. binnen, neemt aan de grens de in noordelijke richting stromende en de N.W.-hoek ontwaterende Pend Oreille op en vult over een afstand van 243 km in zuidelijke en later in westelijke richting het door de Grand Coulee Dam ontstane Roosevelt Lake; hierin monden o.a. de Kettle en de Sanpoil uit het N. en de Spokane uit het O. Met een grote westelijke boog stroomt de Columbia tot aan de grens van Oregon, o.a. gevoed door de rechterzijrivieren Okanogan, Methow en Yakima en de linkerzij rivieren Snake en Walla Walla; vervolgens stroomt de thans bevaarbare en vanaf Portland ook voor de grootste zeeschepen toegankelijke Columbia als grensrivier in westelijke richting en breekt als enige stroom door de Cascade Mountains, talrijke maar kleine rechterzijrivieren opnemend. De in de Cascade ontspringende rivieren Nooksack, Skagit, Stillaguamish, Snohomish, White en Nisqually monden in de Puget Sound. In het kustgebergte ontspringen o.a. de Chehalis en de Willapa, die in bovengenoemde 2 baaien aan de Stille Oceaan monden.
Van de talrijke meren, die over geheel Washington verspreid liggen, is vooral het ca 90 km lange Lake Chelan vermeldenswaard, dat als een der diepste meren ter wereld bekend staat (tot 440 m).
Grote delen van Washington zijn met bossen bedekt, vnl. geconcentreerd in de westelijke gebieden. De staat heeft 19 pct van het naaldhout der V.S. In National en State Forests zijn resp. 43 000 en 1200 km2 beschermd. Op uitgebreide gerooide gebieden is men met herbebossing begonnen. De flora omvat ca 3000 soorten, die door de klimatologische verschillen een grote verscheidenheid hebben. Grote veelvuldig voorkomende dieren zijn beren, eiken, herten, lynxen en wolven.
Van de vroegere rijkdom aan pelsdieren is thans niet veel meer over. Commercieel belangrijk is de overvloed aan vissen, vooral zalm.
KLIMAAT
Het meest kenmerkend is het grote verschil in neerslag in Oost- en West-Washington. Te Spokane bedraagt de gem. jaarlijkse neerslag 405 mm, maar in andere delen van het O., vooral de prairiegebieden, overschrijdt het jaargem. de 150 mm niet. Daarentegen heeft Wynoocke aan de Z.W. hellingen van de Olympic Mountains met 3571 mm de hoogste gem. jaarlijkse neerslag in de V.S.; te Seattle aan de Puget Sound noteert men gem. 849 mm. De sneeuwval varieert van gem. 33 cm te Seattle tot ruim 1000 cm in de Cascade Mountains. De warme zeewinden veroorzaken sterke mistvorming in de kustgebieden. De temperatuurverschillen zijn eveneens groot.
Seattle en Spokane hebben een jaargem. van resp. 52 gr. en 48,5 gr. F., een gem. Jan. temp. van resp. 40,4 en 27,2 gr. F., een gem. Juli-temp. van resp. 64,4 en 70,3 gr. F., een max. van resp. 100 en 108 gr.
F. en een min. van resp. 3 en — 30 gr. F. Het groeiseizoen varieert van 100 dagen in het N.O. tot 200 dagen aan de Puget Sound. Hoewel stormen in het O. minder veelvuldig voorkomen en minder hevig zijn, hebben zij daar in de droge vlakte een vernietigender uitwerking.
MIDDELEN VAN BESTAAN
De voornaamste bron van inkomsten in Washington is de landbouw.
Er zijn (1945) bijna 80 000 boerderijen met een oppervlakte van 6,6 millioen ha. De marktproducten brachten in 1949 500 millioen dollar op. De voornaamste oogsten van het Z.O. zijn wintertarwe, haver en aardappelen. De intensieve fruitteelt, vnl. in Midden en N.O. Washington, neemt een belangrijke plaats in. De appelproductie is de grootste in de V.S.: 1/4 van de nationale oogst komt uit Washington.
Andere vruchten van betekenis zijn pruimen, kersen, perziken, peren en bessen. In West-Washington zijn tuinbouw en bijenteelt belangrijk. In het N. fokt men melkvee, terwijl in de droge oostelijke vlakten slachtvee, schapen en varkens overwegen. Ten behoeve van de landbouw zijn in Oost-Washington belangrijke irrigatieprojecten ontstaan. De houtvesterij neemt een voorname plaats in het economische leven van de staat in. Met ruim 10 pct van de nationale houtproductie wordt Washington in de V.S. slechts door Oregon overtroffen.
De beste houtgebieden zijn de Olympic Mountains en de Cascade Mountains. De waarde van de visserijproducten stond in 1947 met bijna vierentwintig millioen dollar slechts bij Californië en Massachusetts ten achter. De Coumbia River heeft de grootste zalmvisserij ter wereld. Andere producten zijn heilbot, albikoor, tonijn, kabeljauw en oesters.
Washington is de enige der Pacifische kuststaten waar kolen in noemenswaardige hoeveelheden voorkomen. De mijnen aan de Puget Sound en in Kittitas County leveren ca de helft van de waarde der minerale productie van Washington, die in 1948 ruim 50 millioen dollar bedroeg. Andere delfstoffen zijn o.a. cementaarde, goud, zilver, lood, kwik, zink, leem, graniet, antimoon, arseen en platina.
De industriële ontwikkeling van Washington nam sedert Wereldoorlog II een hoge vlucht. Traditionele producten zijn meubelen en andere houtwaren, papier, drukwerk, bevroren groenten en fruit, vis- en vruchtenconserven; nieuw ontstaan zijn ijzer-, staal- en aluminiumfabrieken en vliegtuigfabrieken.
De handelsbedrijvigheid is geconcentreerd in de steden aan de Puget Sound, waardoor vrijwel het gehele goederenverkeer met Alaska gaat. Seattle heeft in de V.S. de kortste zeeverbinding met Azië. Een groot deel der houttransporten verscheept men via het Panama-kanaal naar het N.O. der V.S. De voornaamste havensteden zijn Seattle, Tacoma, Everett en Bellingham.
Er zijn drie transcontinentale spoorlijnen, waarvoor 3 tunnels door de Cascade Mountains aangelegd zijn; andere lijnen volgen het dal van de Columbia, terwijl een belangrijke N.-Z.-verbinding van Vancouver in Canada via Seattle naar Portland leidt. De voornaamste spoorwegknooppunten zijn Spokane en Seattle. Het N. van Washington heeft vrijwel geen autowegen; 3 passen leiden over de Cascade Mountains, die lange tijd een onoverkomelijke verkeershindernis vormden. In het geheel heeft de staat (1948) ca 80 000 km verharde wegen, waarvan evenwel ca 65 000 km uit locale wegen bestaan. De United Airlines en de Northwest Airlines onderhouden talrijke luchtverbindingen. Vliegvelden die dagelijks worden aangedaan bevinden zich te Spokane, Seattle, Bellingham, Wenatchee, Yakima en Walla Walla.
In 1949 bedroeg het gem. jaarlijkse inkomen per hoofd der bevolking $ 1469, hetgeen boven het nat. gem. ($ 1330) maar beneden het regionale gem. ($ 1610) ligt en een relatieve achteruitgang t.a.v. de oorlogsjaren betekent.
STEDEN
(cijfers van 1950). De grootste stad van Washington is Seattle (467 590 inw., Groot Seattle 726 460 inw.), de metropool van het N.W. der V.S.; andere havensteden van betekenis zijn Tacoma (143 675 inw.), Groot Tacoma (275 800 inw.), Everett (38850 inw.), Bellingham (34 110 inw.) met zijn visconservenfabrieken en houtzagerijen, de marinebasis Bremerton (27 680 inw.), de staatshoofdstad Olympia, Aberdeen (19650 inw.), aan de mond van de Chehalis, de houtstad Longview (20 340 inw.) en het tot Groot Portland behorende, aan de benedenloop van de Columbia gelegen Vancouver (41 660 inw.). Aan de oostelijke voet van de Cascade Mountains liggen de fruitteeltcentra Yakima (38 490 inw.) en Wenatchee (13070 inw.). De voornaamste plaats van Oost-Washington is Spokane (161 720 inw.), Groot Spokane (220 150 inw.), het economisch centrum van een uitgestrekt agrarisch gebied; ten slotte is nog in het Z.O. de marktplaats Walla Walla (24 100 inw.) vermeldenswaard.
HOGER ONDERWIJS
wordt in Washington aan 12 instellingen gegeven. De voornaamste zijn (met daarachter het aantal studenten en docenten in 1950): de Staatsuniversiteit te Seattle (16 308/830), de Landbouwhogeschool te Pullman (6567/461), het Walla Walla College (1345/59). de Gonzaga University (1647/130) te Spokane en de Seattle University (2652/125). Van culturele betekenis is het Seattle Art Museum met een bijzondere verzameling oude kunstvoorwerpen. Talrijke producten van Indiaanse kunstnijverheid vindt men in het Maryhill Museum te Goldendale. Architectonisch is van betekenis een groep gebouwen rondom het kapitool te Olympia.
BESTUUR
Washington wordt geregeerd onder zijn eerste, uit 1889 daterende, maar nadien herhaaldelijk geamendeerde constitutie. Aan het hoofd stonden in 1950 een Republikeinse gouverneur, 19 Democratische en 27 Republikeinse senatoren, 67 Democratische en 32 Republikeinse leden in het Huis van Afgevaardigden. In de Federale Regering is Washington vertegenwoordigd door één Dem. en één Republikeins senator en twee Dem. en vier Rep. leden in het Huis van Afgevaardigden. Bij de presidentsverkiezingen stemde Washington, behoudens kleine tussenperioden, overwegend Republikeins tot 1932, in welk jaar Roosevelt voor een Democratische meerderheid zorgde. Sedertdien bleef er een, zij het slinkende, Democratische meerderheid. De senaatsverkiezingen van 1950 brachten de Republikeinen en Democraten resp. 325 000 en 380 000 stemmen. Washington behoort tot de meest progressieve staten in de V.S.
Lit.: Washington State Planning Council, Balance Sheets of the State of Washington (Olympia 1935); I. W. Sayre, This City of Ours (Seattle 1936); Washington Biennial Blue Books and Official Records (Yelm 1936 e.v.); The Pacific Northwest Quarterly (1936 e.v.); L. C. Fisher, Climatological data, Washington Section (Washington 1937); L. Pollard & L.
Spencer, A History of the State of Washington (New York 1937); R. Neuberger, Our Promised Land (New York 1938); D. Pollock (ed.), Fishing Guide to the Northwest (Seattle 1938); Washington State Bureau of Statistics and Immigration, Washington: Its People, Products and Resources (Olympia 1938); Northwest Regional Planning Council, The Pacific Northwest, a Selected Bibliography (1939); Legislative Manual of the State of Washington (Olympia 1939); B. Reeves, Washington State Government (1940); A. Binns, Northwest Gateway (New York 1941); J. W.
Goddard, Washington, the EvergreenState (New York 1942); R. Underhill, Indians of the Pacific Northwest (Riverside 1945); J. T. Hazard, Pacific Crest Trails (Seattle 1946); R. Peattic, (ed.), The Pacific Coast Range (New York 1946); N. Jones, Evergreen Land (New York 1947) ; R.
G. Lillard, The Great Forest (New York 1947); V. L. O. Chittick (ed.), Northwest Harvest (New York 1948); G. W.
Fuller, A History of the Pacific Northwest (New York 1948) ; R. K. Grater, Mount Rainier (Portland 1949); R. Peattic, (ed.), The Cascade Range (New York 1949); N. W. Ross, Farthest Reach (New York 1949); S.
Warren, Farthest Frontier (New York 1949); R. & V. Case, Last Mountains (2de dr. Portland 1950); L. F. Fargo, Spokane Story (New York 1950); W. P.A. (Guide Series), Washington, a Guide to the Evergreen State (Portland 1950).
Geschiedenis
Hoewel talrijke zeevaarders reeds sedert het midden van de 16de eeuw de Amerikaanse Noordwestkust bezeilden, een noordelijke zeeweg naar Azië zoekend, en hierbij de baaien van Washington verkenden, stelt men „Discovery Day” op 29 Apr. 1792, op welke dag de Engelsman Vancouver en de Amerikaan Gray elkaar voor de kust ontmoetten en resp. de Puget Sound en Gray’s Harbor ontdekten, terwijl in hetzelfde jaar Gray de Columbia River opzeilde. Gedurende het volgende decennium werden de kuststreken verkend, maar de binnenlanden bleven onbekend tot in 1805 de Amerikaanse ontdekkingsreizigers Lewis en Clark, van St Louis uit dwars door het continent trekkend, de mond van de Columbia bereikten; maar reeds in 1807 verscheen de Engelsman David Thompson, die iets noordelijker een zelfde tocht had ondernomen, en stichtte de eerste handelsposten. De conflicten tussen de V.S. en Engeland zouden tot 1872 duren. Na eerst de oplossing gezocht te hebben in een gemeenschappelijk bestuur, bereikte de Oregon-kwestie in 1844 opnieuw een hoogtepunt. James K. Polk werd president onder de leuze „Fifty-fourforty or fight” (de grens op 540 40' N.Br. of vechten), maar in 1846 werd een verdrag getekend, waarbij de 49ste breedtegraad als grens werd aangewezen.
In 1848 kreeg Oregon de status van territorium en reeds in 1853 werd het nog geen 4000 blanke inwoners tellende noordelijke deel als Washington territorium hiervan gescheiden. Van 1854 tot 1859 volgden bloedige Indianenoorlogen. In het laatste jaar ontstond opnieuw een conflict met Engeland over het bezit van de San Juan eilanden ten N. van de Puget Sound („Pig War”), die pas in 1872 eindigde, toen de tot arbiter benoemde keizer Wilhelm I ten gunste van de V.S. besliste.
Nadat in 1887 Washington aansluiting aan de transcontinentale spoorwegverbinding had gekregen, werd het in 1889 als 42ste staat in de Unie opgenomen.
(2), de hoofdstad der V.S. en genoemd naar de eerste president, maar veelal kortweg „D.C.” genoemd, ligt aan de oostelijke oever van de Potomac en beslaat het gehele District of Columbia, een oppervlakte van 181 km3, oorspronkelijk behorende tot Maryland.
Rechtlijnige grenzen scheiden het stadsgebied in het N.W., N.O. en Z.O. van Maryland terwijl in het Z.W. de km brede Potomac de grens tegenover Virginia vormt. Het terrein loopt vanaf de op zeeniveau gelegen oever van de Potomac naar het N.W. toe terrasvormig op en bereikt in Tenleytown met 128 m het hoogste punt. Twee in de Potomac mondende rivieren doorkruisen de stad: in het W. de in Z. richting stromende Rock Creek en in het Z.O. de Anacostia River, welker mondingsgebied oorspronkelijk zeer moerassig was. De gem. jaarlijkse neerslag is 1067 mm en de vochtige atmosfeer maakt de relatief koele zomers drukkend, de betrekkelijk warme winters mistig en nat. De gem. jaartemp. is 55,6 gr. F., het Jan.- en Juligem. is resp. 34,6 en 77,2 gr.
F., het min. en max. resp. —15 gr. en 106 gr. F.
Washington telde in 1950 802 180 inw. De bevolkingstoeneming sedert 1940 bedroeg toen 21 pct, waarmee de stad van de 11de naar de 9de plaats in de V.S. opschoof. Groot Washington staat met 1 457 600 inw. op de 10de plaats in de V.S. In 1950 woonden er 280 800 negers (35 pct) en 330 Indianen. Van de blanke bevolking bestond 8 pct uit immigranten, vnl. Russen, Italianen en Duitsers. Met een geboorte- en sterftecijfer van (1949) resp. 23,6 per mille en 10,1 per mille benadert Washington het gemiddelde der V.S. (resp. 24 per mille en 9,7 per mille).
Washington heeft weinig industrie, in 1950 waren er 428 industriële vestigingen met ca 10 000 arbeiders en bedroeg de toegevoegde waarde der producten bijna 100 millioen dollar.
Vrijwel alle fabrieken produceren voor de locale markt. Van meer betekenis is het verkeerswezen; vanuit de goed geoutilleerde haven verscheepte men in 1948 ca 2 millioen ton goederen; scheepvaartlijnen gaan naar de meeste havensteden aan de Atlantische Oceaan. Een spoor- en vier autobruggen leiden over de Potomac, terwijl over de Anacostia een spoorbrug en drie autobruggen gebouwd zijn. De luchthaven van de stad, die op de rechter Potomac-oever aangelegd is, is een der drukste in de V.S. Ambtenaren vormen de voornaamste groep inkomentrekkers en de bevolking van Washington varieert dan ook met de mate van overheidsactiviteit. De samenstelling der bevolking verklaart, dat het gem. inkomen per hoofd der bevolking in 1949 met $ 1820 hoger was dan in enige andere staat der V.S. (gem. $ 1330). De stad heeft 20 radio- en 4 televisie-zendstations.
Het bestuur der stad ligt in handen van 3 „Commissioners”, die door de president der V.S. benoemd en door de Senaat bekrachtigd worden; 2 van hen moeten burgers zijn van Washington, de 3de moet afkomstig zijn uit het „Corps of Engineers of the Army”. De burgers van Washington hebben als zodanig geen kiesrecht. De regeringsambtenaren behouden het kiesrecht van de staat waaruit zij benoemd zijn.
Washington heeft 25 instellingen van hoger onderwijs; de voornaamste hiervan zijn (met daarachter het aantal studenten en docenten in 1950): George Washington University (15500/800), de Methodistische American University (6156/265), de Howard University voor Negers (5875/468), de Jezuïetische Georgetown University (5667/604), de Catholic University of America (4600/ 491) en het U.S. Dept. of Agric. Graduate School (2375/298). De Library of Congress vormt met (1950) 28 685 000 exemplaren een der grootste bibliotheken ter wereld.
Daar Washington, behalve wat het deel ten W. van de Rock Creek betreft, waar het zich reeds in 1659 gestichte plaatsje Georgetown bevond, van begin af aan tot hoofdstad bestemd was, kon de aanleg planmatig geschieden. De plannen zijn door de op Versailles georiënteerde Fransman d’Enfant in samenwerking met Thomas Jefferson ontworpen. De meeste straten zijn kaarsrecht aangelegd, zeer breed en aan beide zijden met bomen beplant. Bij de gebouwen overheersen een neoklassieke en renaissance-stijl.
Washington heeft waarschijnlijk meer openbare parken dan enige andere stad ter wereld (730 met een oppervlakte van 5000 ha); de voornaamste zijn: in het Z.O. het Fort Greble, Fort Stanton en Fort Dupont Park, langs de Anacostia het Anacostia Park, in het centrum het Soldiers House, langs de Rock Creek het Rock Creek Park (730 ha) en in het Z.W. Fort Kemble, Glover Archbold en Potomac Park.
In het middelpunt van Washington staat het Capitool, waarin het Huis van Afgevaardigden en de Senaat vergaderen; het is een 229 m lang, 107 m breed en 77 m hoog gebouw, gelegen in een 25 ha groot park, op de 17 m hoge Capitol Hill; op de enorme koepel staat een vrijheidsbeeld. Het van William Thornton afkomstige ontwerp (1792) diende de regeringsgebouwen van talrijke staten der Unie ten voorbeeld. Tegenover het Capitool, aan de oostelijke zijde, liggen de reusachtige gebouwen van de Library of Congress en het marmeren paleis van de Supreme Court.
De hierachter liggende Folger Shakespeare Library is een geheel aan het Shakespeare-tijdperk gewijde bibliotheek en museum. Ten N. en Z. van het Capitool liggen de ambtsgebouwen van resp. Senaat en Huis, waarin men de werkkamers der afgevaardigden vindt en de localiteiten waarin de parlementaire commissies vergaderen. Verder N. maar nog op Capitol Hill bevindt zich Union Station met ervoor het Columbus Monument en de monumentale gebouwen van de posterijen en de staatsdrukkerij. In het W. liggen de bekende botanische tuinen. Hieraan sluit het Mali District aan, waarin de meeste musea gelegen zijn: de National Gallery of Art, waarvan het gebouw en een deel der belangrijke collectie Europese schilderijen een gift zijn van de financier Andrew Mellon; het nieuwe (natuurlijke historie) en oude (techniek) National Museum; de Freer Gallery met Oosterse kunst en het Smithonian Institute.
Ten N.W. van „the Mali” bevindt zich de „Government Triangle”, waarin zich de voornaamste en groots opgetrokken departementsgebouwen bevinden, in het N. begrensd door de Pennsylvania Avenue, die het Capitool met het Witte Huis, de ambtswoning van de president der V.S., verbindt. Het witgekalkte, door James Hobass in 1792 ontworpen paleis is gelegen in een park en bevat, naast de persoonlijke vertrekken van de president, talrijke kamers voor de huisvesting van hoge gasten, voor recepties en zittingen van het kabinet. Ten Z. van het Witte Huis staat het Washington Monument, een smalle, 196 m hoge marmeren toren. Verder zuidelijk, in het Potomac Park, liggen het marmeren Lincoln Memorial en het Jefferson Memorial.
Belangrijke musea zijn voorts nog Pan-American Union (Midden- en Zuidamerikaanse kunst), de Corcoran Gallery of Art en het Lincoln Museum. Van de (1950) 477 kerken zijn vermeldenswaard de Gothische Cathedral of St Peter and St Paul, National Shrine of Immaculate Conception (een der grootste basilieken ter wereld) en het Franciscaner-klooster. Aan de overzijde van de Potomac ligt Arlington National Cemetery, waar (1946) ruim 58 000 soldaten begraven liggen en waar zich het graf van de Onbekende Soldaat bevindt. Ten O. hiervan ligt het in 1942 in gebruik gestelde Pentagon Building, een gebouw van het departement van Oorlog.
Geschiedenis
Reeds ca 1550 verkenden Spaanse zeevaarders de Potomac, die zij Spiritu Santo noemden. In 1659 vestigden zich er de eerste kolonisten (Georgetown). Nadat de V. S. de Onafhankelijkheidsoorlog hadden gewonnen, ontstond het probleem van de plaats der hoofdstad. Aanvankelijk wilde men deze in Delaware of Pennsylvanië stichten, maar pressie van het Z. leidde er toe, dat president Washington in 1790 de omgeving van Georgetown koos. Hoewel de streek op het grondgebied van Maryland was gelegen, maakte de toen nog grotere zelfstandigheid der staten de vorming van een neutraal gebied noodzakelijk. In 1800 werd de regering in Washington gevestigd.
Washington was in 1814 het doel van de Engelse troepen onder Ross en Cockburn, die na de slag van Bladensburg de stad binnentrokken en talrijke regeringsgebouwen, waaronder het nog slechts gedeeltelijk voltooide Capitool, in brand staken. Ook in de Burgeroorlog was de (Noordelijke) hoofdstad bedreigd: in Apr. 1861, na de slag bij Buil Run in Juli 1861 en in Juli 1864, toen de Zuidelijke generaal Early een punt 10 km ten N. van de stad bereikte.
PROF. DR A. N. J. DEN HOLLANDER
Lit.: A. H. Shannon, The Negro in Washington (Washington 930); G. D. Ecker, A Portrait of Old Georgetown (Richmond 1933) ; L. Early, And this is Washington (New York 1934); I.
H. Hoover, Forty-two Years in the White House (Boston 1934); F. G. Vosberg, Wonders of New Washington (Washington 1935); W. P.A., Washington, City and Capital (Washington 1937); H. P.
Caemmerer, A Manual on the Origin and Development of Washington (Washington 1939); E. B. Wilson, My Memoirs (Indianapolis 1939); W.P.A., Our Washington, an Album of the Nation’s Capital (Chicago 1939); I. Frary, They built the Capital (Richmond 1940); C. Hurd, The White House (New York 1940); M. K.
Leech, Reveille in Washington 1860-1865 (New York 1941) ; W. M. Kiplinger, Washington is like that (New York 1942) ; W. O. Stevens, Washington the Cinderella City (New York 1943); M. E.
Browning, Our Nation’s Capital (foto’s, New York 1944); J. Daniels, Frontier at the Potomac (New York 1947) 5 C. Phillips, Dateline Washington (New York1949); W.P.A. (Guide Series), Washington D.C., a Guide to the Nation’s Capital (2de dr., New York 1949); J. Lait & L. Mortimer, Washington Confidential (New York 1951); Th. W. Noyer, Our National Capital and Its Unamericanized Americans (Washington 1951).
(3), een plaats van (1950) 26 280 inw. ligt in de gelijknamige county in het Z.W. van de Amerikaanse staat Pennsylvanië en is een industrieel centrum, dat vnl. bekend is om zijn glasproductie. De nederzetting ontstond in 1781, kreeg in 1824 stadsrechten en is de zetel van het Washington and Jefferson College (1950: 907 studenten en 75 docenten).