Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Georg HERMES

betekenis & definitie

R.K. filosoof en theoloog (Dreyerwalde 22 Apr. 1775 - Bonn 26 Mei 1831), werd in 1807 hoogleraar in de dogmatiek te Münster en in 1819 te Bonn. Zowel in zijn geschriften als in zijn lessen trachtte hij de dogmatiek der R.K. kerk op een Kantiaans-Fichtiaanse grondslag te vestigen ( Hermesianisme) en weldra had hij een groot aantal volgelingen (Hermesianen).

Hij ging daarbij uit van de practische twijfel, maakte het verstand tot norm en motief van geloven en construeerde een openbaringsgeloof dat ten slotte niets anders was dan een met behulp der actuele genade tot stand gekomen verstandsgeloof. Tijdens zijn leven had zijn leer vurige voor- en tegenstanders. Eerst na zijn dood ontbrandde een heftige strijd. Hermes’ systeem werd in 1835 door paus Gregorius XIII veroordeeld. De strijd duurde echter voort. Aan het krachtig optreden van Droste zu Vischering, aartsbisschop van Keulen, was het vooral te danken dat het Hermesianisme overwonnen werd.Bibl.: Untersuchung über die innere Wahrheit des Christentums (1805); Einleitung in die christkatholischen Theologie (dl I, Philos. Einleitung 1819); Einleitung in die christkatholisehen Dogmatik (dl II, onvoltooid, 1829).

Lit.: H. Schrörs, Geschichte der kath.-theol. Fakultät zu Bonn (1921-1922); K. Eschweiler, Die 2 Wege der neuern Theologie (1926); Dict. Théol. Cath. (VI, 2288-2303).

< >