medewerker in de kerkhervorming te Straatsburg (Ettinghausen, Baden, 1494 - Straatsburg 17 Oct. 1552), ontwikkelde zich op de Latijnse school te Pforzheim en aan de universiteit te Freiburg, vervolgens te Bazel, waar hij ook reeds als kapelaan fungeerde en de invloed van Erasmus onderging. Capito* bracht hem als zijn opvolger aan de Dom te Mainz, waar Hedio het echter, teleurgesteld in zijn aartsbisschop, niet kon uithouden.
Hij vond toen de weg naar Straatsburg, waar hij als domheer, naast Bucer* en Capito arbeidde, vooral in de school, als organisator en als bewerker en vertaler van historische werken (Eusebius’ Kerkgeschiedenis). Hij was een man van het midden, echter onkreukbaar, en zocht de strijd niet. Na Bucer’s vertrek om het Interim* werd hij voorzitter van het kerkelijk convent maar overleed nog geen drie jaren later aan de pest.Lit.: E. Himmelheber, Casp. H. (1881); J. Adam, Versuch einer Bibliogr. G. H.*s: Zeitschr. f.
Gesch. d. Oberrheins,3i, 1916, S. 424-429.
