Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GALILÉA

betekenis & definitie

is het noordelijk gedeelte van Palestina, het vruchtbare heuvelland ten N. van de vlakte van Jizreël of Megiddo (het zgn. Émek). De naam is afgeleid van het Hebreeuwse woord Galilkring, landstreek, provincie” en was eigenlijk een afkorting van galil haggojim „district der heidenen” (vgl.

Jez. 8 : 23). Het was het oude gebied der stammen Nafthali en Zebulon, dat slechts geleidelijk en gedeeltelijk door de Israëlieten in bezit werd genomen (vgl. Richt. 1 : 30). Reeds Salomo moest weer een gedeelte afstaan aan koning Hiram van Tyrus (I Kon. 9 : 11); ongeveer vijftig jaar later (ca 900 v.

Chr.) werd dit gebied veroverd door Ben-Hadad I van Damascus (I Kon. 15 : 20) en pas in de eerste helft der 7de eeuw tijdelijk door koning Jerobeam II voor Israël heroverd (II Kon. 14 : 25). Reeds weinige decenniën later heeft de Assyrische veroveraar Tiglatpileser III de bewoners van deze streken naar Assyrië gedeporteerd (II Kon. 15 : 29) en andere onderworpen bevolkingen, wellicht uit noordelijk Syrië en uit Babylonië (vgl. II Kon. 17 : 24), in hun plaats zich hier doen vestigen. In de laatste eeuwen vóór het begin van onze jaartelling werden, vooral in het W. van deze provincie (de steden rondom het meer van Genezareth (of „meer van Galiléa”), de Griekse invloeden overwegend.

Aan het begin van de Makkabese beweging (ca 165 v. Chr.) was er een scherpe tegenstelling tussen de Joodse en de heidense bevolking; blijkens I Makkab. 5 : 23 heeft toen het merendeel van de Joodse bevolking, door Simon de Makkabeeër bevrijd, Galiléa verlaten. Waarschijnlijk werd deze provincie pas ca 103 v. Chr. voor het Jodendom heroverd.

Aldus wordt het begrijpelijk, dat deze gemengde bevolking door de echte Joden nog ten tijde van Jezus en de apostelen geminacht werd (vgl. Joh. 1 : 47; 7 : 52) en dat zich het Galilese dialect (vooral door het ontbreken van de harde keelletters, evenals in het Assyrisch) van het klassieke Hebreeuws onderscheidde (vgl.Matth.26 : 73; Mare. 14 : 70). Evenwel waren de Galileeërs wellicht juist uit kracht van tegenstelling, de fanatiekste ijveraars voor het Jodendom in zijn strijd tegen de Romeinen.

Zo wordt wederom begrijpelijk, dat na de opstand onder Bar Kochba juist Galiléa (vooral de steden Tiberias en Safed) een schuilplaats werd voor de Rabbijnse studiën en een middelpunt van het Joodse godsdienstige leven.

Het land bestaat behalve in het O., waar vulkanische gesteenten optreden, uit kalkgebergten, die in het N. steile hellingen vertonen, in het Z.W. daarentegen in heuvelland en in de vruchtbare vlakte overgaan. Als hoogste verheffing geldt de Djebel Djermak (1199 m). De bergstreek wordt hier en daar afgewisseld door diepe Hoven, in een van deze ligt Nazareth. Men vindt aan de hellingen der heuvels dichte bossen en de bodem wordt door onderscheiden rivieren besproeid.

De vruchtbare vlakte ten Zuiden van Galiléa werd door de Joodse kolonisatie weer in cultuur gebracht: een der meest schitterende resultaten van het Zionisme. Uit deze vlakte leiden drie wegen naar het dal van de Jordaan, waarvan zij door de bergketen van Gilboa en de Kleine Hermon gescheiden is.

PROF. DR F. M. TH.

DE LIAGRE BÖHL

Lit.: S. Klein, Beiträge z. Geogr. u. Gesch.

Galiläas (Leipzig 1909); Idem, Erets ha-Galil (Galilaea: Jeruzalem 1945, in ’t Hebreeuws).

< >